Operation Manual
Onderhoud
13
164 Caravan - 12-11 - NL
13.3 Veiligheidskoppelingen
Reinig de veiligheidskoppeling en de kogelkop regelmatig. Gebruik daarvoor
thinner of spiritus. Let er bij het smeren van de veiligheidskoppeling op, dat er geen
olie of vet op de frictievoeringen terecht komt.
Slijtagecontrole
frictievoeringen
Voorwaarde: de veiligheidskoppeling is aangekoppeld.
Draai het handwiel dicht tot deze ratelt (rechtsom draaien).
z Wanneer de pijl op de drukschijf (Afb. 169,3) voor of bij het markeringsvlak
(Afb. 169,2) staat, zijn de frictievoeringen nog in nieuwstaat.
z Wanneer de pijl op de drukschijf binnen het markeringsvlak (Afb. 169,1 tot 2)
staat, zijn de frictievoeringen licht versleten.
z Wanneer de pijl op de drukschijf aan het einde van het markeringsvlak
(Afb. 169,1) of verder staat, zijn de frictievoeringen versleten.
Slijtagecontrole
koppelingskogel en
koppelingsmechanisme
Voorwaarde: de veiligheidskoppeling is aangekoppeld.
Rijd ca. 500 m met de combinatie (stabilisatie-inrichting gedeactiveerd).
Controleer de toestand op de slijtage-aanduiding:
z Groen: het koppelingsmechanisme en de koppelingskogel zijn in orde
z Rood: het koppelingsmechanisme en de koppelingskogel moeten worden ver-
vangen
Afb. 169 Slijtagecontrole frictievoeringen
Z De frictievoeringen hoeven niet te worden bijgesteld.
Afb. 170 Slijtage-aanduiding
1
2