Operation Manual
Verzorging
12
155Caravan - 12-11 - NL
12.3 Waterinstallatie
12.3.1 Watertank reinigen
Watertank leegmaken en aftapopening sluiten.
Afsluitdeksel van de watertank afnemen.
Watertank met water met een beetje afwasmiddel vullen (geen schuurmid-
delen gebruiken).
Met een in de handel verkrijgbare afwasborstel de watertank schrobben, tot er
geen zichtbare aanslag meer aanwezig is.
De pompbehuizing eveneens afschrobben.
Indien mogelijk verswatersondes door de reinigingsopeningen met de hand
reinigen.
Watertank met een ruime hoeveelheid drinkwater uitspoelen.
12.3.2 Waterleidingen reinigen
Waterinstallatie leegmaken.
Alle aftapopeningen en aftapkranen sluiten.
Watertank vullen met mengsel van water en reinigingsmiddel. Daarbij de
mengverhouding uit de voorschriften van de fabrikant in acht nemen.
De aftapkranen één voor één openen.
De aftapkranen zolang geopend laten, tot het mengsel van water en reinigings-
middel de betreffende afvoeropening heeft bereikt.
De aftapkranen weer sluiten.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen.
Aftapkranen zolang geopend laten, tot het mengsel van water en reinigings-
middel de afvoeropening heeft bereikt.
Alle waterkranen op "Koud" zetten en openen.
Aftapkranen zolang geopend laten, tot het mengsel van water en reinigings-
middel de afvoeropening heeft bereikt.
Alle waterkranen sluiten.
Toilet meermaals doorspoelen.
Het reinigingsmiddel volgens de voorschriften van de fabrikant laten inwerken.
Waterinstallatie leegmaken. Daarbij het mengsel van water en reinigings-
middel opvangen en vakkundig als afval afvoeren.
Voor het doorspoelen van de de volledige waterinstallatie deze meermaals met
drinkwater vullen en weer leegmaken.
Z Alleen geschikte reinigingsmiddelen uit de vakhandel gebruiken.
Z Uitstromend mengsel van water met reinigingsmiddel opvangen en vakkundig
als afval afvoeren.