Operation Manual
Verzorging
12
151Caravan - 12-11 - NL
12Verzorging
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de verzorging van het voertuig.
De instructies hebben betrekking op:
z de buitenkant van het voertuig
z het interieur
z de waterinstallatie
z de afzuigkap
z de klimaatregeling
z het wintergebruik
Aan het einde van het hoofdstuk vindt u checklists met maatregelen, die u moet
uitvoeren als u het voertuig lange tijd niet gebruikt.
De checklists hebben betrekking op:
z de tijdelijke stilstand
z de stilstand in de winter
z de ingebruikname na een stilstand
12.1 Uitwendige verzorging
12.1.1 Wassen met hogedrukreiniger
Alvorens het voertuig te wassen met een hogedrukreiniger, de gebruiksaanwijzing
van de hogedrukreiniger in acht nemen.
Bij het wassen met de rondstraalbuis tussen het voertuig en de reinigingsbuis een
minimum afstand van ca. 700 mm in acht nemen.
Houd er rekening mee, dat de waterstraal met kracht uit de reinigingsbuis komt.
Door verkeerd gebruik van de hogedrukreiniger kunnen er beschadigingen aan
het voertuig ontstaan. De watertemperatuur mag 60 °C niet overschrijden. De
waterstraal tijdens het hele wasproces blijven bewegen. De waterstraal niet direct
op deurspleten, elektrische aanbouwonderdelen, stekkerverbindingen, dich-
tingen, het ventilatierooster of de dakluiken richten. Het voertuig kan beschadigd
worden of er kan water in het interieur binnendringen.
12.1.2 Voertuig wassen
Het voertuig alleen op een wasplaats reinigen, die voor het wassen van voer-
tuigen is bestemd.
Direct zonlicht vermijden. Maatregelen ter bescherming van het milieu in acht
nemen.
Buitenarmaturen en aanbouwonderdelen van kunststof alleen schoonmaken
met veel warm water, afwasmiddel en een zachte doek.
Voertuig afwassen met zo veel mogelijk water, een schone spons of met een
zachte borstel. Bij hardnekkig vuil afwasmiddel bij het water doen.
Z Banden niet reinigen met hogedrukreiniger. De banden kunnen beschadigd
worden.
Z Buitentoepassingen (decoratiefolies) niet direct met de hogedrukreiniger
besproeien. De buitentoepassingen kunnen loskomen.
Z Het voertuig nooit in wasstraten laten reinigen. In de koelkast-ventilatieroos-
ters, gasafvoerschoorstenen, de ontluchtingsopeningen van de afzuigkappen
of in de kunstmatige ventilatieopeningen kan water binnendringen. Het voer-
tuig kan beschadigd worden.