Operation Manual
Inbouwapparatuur
10
111Caravan - 12-11 - NL
10.2.7 Verwarming voor afvalwaterleidingen
Ter voorkoming van bevriezing van de afvalwaterbuizen kunnen de afvalwaterlei-
dingen elektrisch worden verwarmd.
Bij ingeschakelde verwarming wordt met temperatuursensoren de temperatuur bij
de afvalwaterleidingen bewaakt. Als de temperatuur onder de 5 °C daalt, worden
de verwarmingselementen ingeschakeld en de afvalwaterleidingen verwarmd. Als
de temperatuur boven een bepaalde waarde komt, worden de verwarmingsele-
menten weer uitgeschakeld.
De transformator 230 V AC/12 V DC (Afb. 117,2) is al naargelang het model in de
kleerkast of in kist de van de zitgroep gemonteerd.
Het regelapparaat is geïntegreerd in de behuizing van de transformator. De contro-
lelichten hebben de volgende betekenis:
z Controlelicht (Afb. 117,5) licht groen op: Regeling is bedrijfsklaar
z Controlelichten (Afb. 117,4 en 6) lichten rood op: Afvalwaterleidingen worden
verwarmd
In de behuizing is een testknop (Afb. 117,3) geïntegreerd, waarmee het regelappa-
raat gedurende korte tijd kan worden aangezet. Door op de testknop te drukken,
kan de werking van de verwarming worden getest, ook wanneer de omgevings-
temperatuur hoger dan 5 °C is.
Inschakelen:
Voertuig op 230-V-voorziening aansluiten (zie sectie 9.8.1).
Schakelaar (Afb. 117,1) aan de transformator (Afb. 117,2) op "ON" zetten.
Uitschakelen:
Schakelaar (Afb. 117,1) aan de transformator (Afb. 117,2) op "OFF" zetten.
Z De testknop altijd maar kort indrukken.
Z De verwarming werkt alleen als het voertuig is aangesloten op een 230-V-voor-
ziening.
Afb. 117 Transformator met regelappa-
raat