Operation Manual
Onderhoud
13
165Caravan - 12-10 - NL
13.5.3 Verwarmingsinstallatie ontluchten
De ontluchtingsventielen zijn bij de verwarmingen ingebouwd.
Warmwaterverwarming uitschakelen en laten afkoelen.
Het ontluchtingsventiel (Afb. 168,1) openen en open laten tot er geen lucht
meer ontsnapt.
Het ontluchtingsventiel sluiten.
Deze procedure bij alle ontluchtingsventielen herhalen.
Controleren of de warmwaterverwarming warm wordt.
13.6 Klimaatregeling
Aan de achterzijde van de klimaatregeling bevindt zich een pluizenfilter
(Afb. 169,1) voor de circulatielucht-aanzuiging. De pluizenfilter moet met
regelmatige intervallen, maar ten minste 2 x per jaar, gereinigd en indien nodig
vervangen worden.
Pluizenfilter uit klimaatregeling trekken, reinigen of indien nodig vervangen.
Afb. 168 Ontluchtingsventiel warmwater-
verwarming
X Voor werkzaamheden aan het apparaat de stroomvoorziening uitschakelen.
Z De klimaatregeling nooit zonder pluizenfilter gebruiken. Zonder pluizenfilter
raakt de verdamper vervuild waardoor de capaciteit van de klimaatregeling
afneemt.
Z Bij een verstopte condenswaterafvoer kan er condenswater in het voertuig
terecht komen. De condenswaterafvoer vrij van vuil, bladeren en dergelijke
houden.
Afb. 169 Pluizenfilter klimaatregeling
1