Operation Manual

90 Caravan - 09-09 - DET-0025-10NL
Elektrische installatie
9
Laadtoestand Om de woonruimteaccu te sparen, mag niet meer dan 80 % van de accuca-
paciteit worden gebruikt. Controleer daarom regelmatig de laadtoestand van
de woonruimteaccu. De laadtoestand van de woonruimteaccu kan op het
paneel worden afgelezen.
Energievoorraad De woonruimteaccu heeft slechts een begrensde energievoorraad. Daarom
moeten elektrische verbruikers niet gedurende een langere periode worden
gebruikt, als het voertuig niet aan de 230-V-voorziening is aangesloten of de
motor van het trekvoertuig is uitgeschakeld.
9.3.3 Woonruimteaccu laden (Autark-pakket)
Laden met 230-V-
voorziening
Als het voertuig op de 230-V-voorziening is aangesloten, wordt de woonruim-
teaccu via het ingebouwde laadapparaat bijgeladen. De laadstroom wordt aan
de laadtoestand van de accu aangepast. Daardoor is overladen niet mogelijk.
Om de volle capaciteit van de laadmodule in het elektroblok te gebruiken,
dienen alle elektrische verbruikers tijdens het laden uitgeschakeld te worden.
Een zinvolle meting van de laadtoestand kan pas 4 uur na de acculading
gebeuren. Direct na het laden is de accuspanning hoger en daalt na ca.
4 uur tot de zogenaamde rustspanning. De rustspanning geeft de laadtoe-
stand aan.
Rustspanning (gemeten bij de polen) Laadtoestand
Groter 12,80 V 100 %
Ca. 12,55 V 75 %
Ca. 12,32 V 50 %
Ca. 12,18 V 25 %
Kleiner 12,00 V 0 %
Accuzuur in de accu is giftig en bijtend. Ieder contact met de huid of de
ogen vermijden.
Bij het laden met een extern laadapparaat bestaat explosiegevaar. Accu
alleen in goed geventileerde ruimtes en ver verwijderd van open vuur of
mogelijke vonkbronnen laden.
Om de woonruimteaccu op te laden met een extern laadapparaat de
accu altijd uit het voertuig bouwen.
Accukabels niet op de verkeerde polen aansluiten.
Het contact van het trekvoertuig niet bedienen als de woonruimteaccu is
losgekoppeld en de caravan en het trekvoertuig elektrisch met elkaar zijn
verbonden. Kortsluitingsgevaar!
Voor het los- en vastklemmen van de woonruimteaccu de motor van het
trekvoertuig uitschakelen, de 230-V- en de 12-V-voorziening alsmede alle
verbruikers uitschakelen. Kortsluitingsgevaar!
Voor het laden van de accu controleren of het externe laadapparaat voor
het accutype geschikt is.
De gebruiksaanwijzing van het laadapparaat in acht nemen.
Bij overlading wordt de woonruimteaccu onherstelbaar beschadigd.