Operation Manual
1
42 Caravan - 09-08 - DET-0025-09N
L
Sanitaire inrichting
1
1
Voertuig horizontaal zetten.
230-V-voorziening aansluiten en de 230-V-beveiligingsautomaat inscha-
kelen. Bij Autark-pakket met accu is de aansluiting aan een 230-V-voorzie-
ning niet nodig.
Hoofdschakelaar 12 V op het paneel inschakelen (Autark-pakket).
Aftapkranen voor boiler en verwarmingsketel sluiten.
Alle waterkranen sluiten.
Op de watertank de afsluitdeksel openen.
Aftapopening in de watertank met de bijgevoegde afsluitstop sluiten.
Watertank met de afsluitdeksel weer goed sluiten.
Watertank met vers water vullen. Voor het vullen een waterslang, waterjer-
rycan met trechter o.d. gebruiken.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen. De waterpomp wordt inge-
schakeld.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt. Alleen zo is gegarandeerd dat de boiler met water is
gevuld.
Alle waterkranen op "Koud" zetten en geopend laten. De koudwaterlei-
dingen worden gevuld met water.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt.
Alle waterkranen sluiten.
Controleren of de afsluitdeksel van de watertank dicht is.
11.5 Waterinstallatie leegmaken
Als volgt te werk gaan om de waterinstallatie voldoende leeg te maken en te
ventileren. Zo wordt vorstschade vermeden:
Voertuig horizontaal zetten.
12-V-voorziening op het paneel uitschakelen (Autark-pakket).
De 230-V-voorziening bij de 230-V-beveiligingsautomaat uitschakelen.
Alle aftapkranen openen.
Afsluitdeksel van de reinigingsopening van de watertank afschroeven.
Afsluitstop op de watertank uittrekken.
Alle waterkranen openzetten en in de middelste stand zetten.
Terwijl de watertank wordt gevuld, kan de waterhoeveelheid op het paneel
(Autark-pakket) worden gecontroleerd.
Als het voertuig gedurende meerdere dagen niet wordt gebruikt of bij vorst-
gevaar niet wordt verwarmd, de totale waterinstallatie leegmaken. De
waterkranen in de middelste stand geopend laten. Het veiligheids-/aftap-
ventiel (indien aanwezig) en alle aftapkranen geopend laten. Zo kunnen
vorstschade aan de inbouwapparatuur, vorstschade aan het voertuig en
afzettingen in watervoerende componenten worden vermeden.
Milieu-instructies in dit hoofdstuk in acht nemen.