Operation Manual
12
1C
aravan - 09-08 - DET-0025-09NL
Inbouwapparatuur
1
0
De waterafvoer aan het overdrukventiel (Afb. 133,4) openen. Daarvoor de
rode draaiknop (Afb. 133,3) tegen de klok in draaien.
Controleren of het water uit de boiler volledig wegloopt.
10.4.5 Verwarmingsketel
De verwarmingsketel kan naar believen werken op de 230-V-voorziening
(elektrisch gebruik), met warme lucht van het verwarmingsysteem of met
beide energiesoorten. De verwarmingsketel verhit ca. 5 l water tot ca. 65 °C.
Met de bedieningsschakelaar (Afb. 134) wordt het elektrisch gebruik inge-
schakeld. Het controlelicht (Afb. 134,1) in de schakelaar moet branden.
Bij een werking op warme lucht wordt het water in de verwarmingsketel door
de verwarming en circulatielucht verwarmd.
Inschakelen:
Voertuig op externe 230-V-voorziening aansluiten en de 230-V-beveiliging-
sautomaat inschakelen.
Bedieningsschakelaar (Afb. 134) inschakelen. Controlelicht (Afb. 134,1) in
de schakelaar brandt.
Het water in de verwarmingsketel wordt verhit tot 65 °C.
Uitschakelen:
Bedieningsschakelaar (Afb. 134) uitschakelen. Controlelicht (Afb. 134,1) in
de schakelaar gaat uit.
Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Als de verwarmingsketel geleegd moeten worden: De watertank volledig
leegmaken, voordat de aftapkranen van de verwarmingsketel worden geo-
pend.
In de koudwaterleiding tussen verwarmingsketel en waterpomp geen
terugslagventiel inbouwen.
Bij het aansluiten op een centrale watervoorziening of bij sterkere pompen
een drukregelaar gebruiken. De verwarmingsketel is alleen voor een druk
tot max. 1,2 bar ontworpen. Extra een veiligheids-/aftapventiel in de koud-
waterleidingen inbouwen.
Het water uit de verwarmingsketel niet als drinkwater gebruiken.
Afb. 134 Bedieningsschakelaar voor
verwarmingsketel