Operation Manual
11
5C
aravan - 09-08 - DET-0025-09NL
Inbouwapparatuur
1
0
10.2.9 Vloerverwarming/verwarming voor afvalwatertank
De vloerverwarming en de verwarming voor de afvalwatertank zijn aan het
watercircuit van de warmwaterverwarming aangesloten.
De regelaar voor de vloerverwarming is op de rechterzijde van het voertuig
ongeveer op ashoogte op de bodem ingebouwd. De regelaar voor de verwar-
ming van de afvalwatertank is bij de afvalwatertank in de binnenruimte van het
voertuig ingebouwd.
De verwarmingscapaciteit van de vloerverwarming/de verwarming voor de
afvalwatertank is traploos instelbaar.
Inschakelen:
De warmwaterverwarming inschakelen (zie sectie 10.2.5).
De regelaar (Afb. 127,1) op de gewenste doorstroomcapaciteit zetten
(max. doorstroomhoeveelheid = pijl (Afb. 127,2) in stroomrichting).
Uitschakelen:
De regelaar (Afb. 127,1) zo draaien dat de pijlen (Afb. 127,2) dwars op de
verwarmingsleiding staan.
Evt. de warmwaterverwarming uitschakelen (zie sectie 10.2.5).
10.3 Klimaatregeling Dometic
Bij modellen met vloerverwarming en verwarming voor de afvalwatertank
mogen in geen geval gaten in de vloer geboord of schroeven ingedraaid
worden. Gevaar voor beschadiging van een verwarmingsleiding en een
waterafvoer in de vloer.
De vloerverwarming en de verwarming voor de afvalwatertank werken
alleen als de warmwaterverwarming in gebruik is.
Afb. 127 Regelaar vloerverwarming/ver-
warming voor afvalwatertank
Als het apparaat in gebruik is, altijd ten minste één ventilatieklep openen.
De verwarming van het voertuig kan in de winter door de klimaatregeling
worden ondersteund, maar niet hierdoor worden vervangen.
Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant in acht.