Operation Manual
6
1M
otorcaravan - 09-08 - DET-0037-07NL
Wonen
7
7Wonen
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor het wonen in het voertuig.
De instructies hebben betrekking op:
het openen en sluiten van deuren en serviceluiken
het ventileren van het voertuig
het openen en sluiten van ramen en rolgordijnen
het openen en sluiten van de dakluiken
het draaien van de stoelen
het veranderen van de tafelbladen
het ombouwen van tafels
het positioneren van de televisie
het instellen van de halogeenspotlights
de lichtschakelaars
het vergroten van zitgroepen
het gebruik van de bedden
7.1 Deuren
7.1.1 Ingangsdeur, buiten
Openen: Sleutel in cilinderslot (Afb. 32,1) steken en draaien, tot het deurslot is ont-
grendeld.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
Aan de deurgreep (Afb. 32,2) trekken. De deur is geopend.
Alleen met vergrendelde deuren rijden.
Het vergrendelen van de deuren kan verhinderen, dat de deuren vanzelf
open gaan, bijv. bij een ongeval.
Vergrendelde deuren verhinderen tevens het ongewenste binnendringen
van buitenaf, bijv. als u voor een verkeerslicht stopt. Door vergrendelde
deuren kunnen echter hulpverleners in noodgeval het interieur van het
voertuig moeilijk bereiken.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de deuren vergrendelen.
Al naargelang het model zijn de sloten van de bestuurdersdeur en de pas-
sagiersdeur bestanddeel van het basisvoertuig. In dit geval is het openen
en sluiten van de bestuurdersdeur en de passagiersdeur in de gebruiks-
aanwijzing van het basisvoertuig beschreven.
Afb. 32 Deurslot ingangsdeur, buiten