Operation Manual

2
34 Motorcaravan - 09-08 - DET-0037-07N
L
Wielen en banden
1
4
14.6 Reservewielhouder
Het reservewiel zit aan de onderkant van het voertuig in een korf opgeborgen
die van buiten open is.
14.6.1 Reservewielhouder onder het voertuig (Renault)
De wagenkrik nooit overbelasten. De maximaal toegelaten belasting is
op het typeplaatje op de wagenkrik aangegeven.
De wagenkrik alleen voor het kortstondig optillen van het voertuig tijdens
het verwisselen van de band inzetten.
De motor niet starten, terwijl het voertuig is opgetild.
Er mogen geen personen onder het opgetilde voertuig gaan liggen.
Bij een wielwisseling de schroefdraad van de schroefdraadbout niet
beschadigen.
Wielmoeren of wielschroeven kruisgewijs aandraaien (Afb. 262).
Bij overschakelen op andere velgen (bijv. aluminiumvelgen of wielen met
winterprofiel) moeten de bijbehorende wielschroeven met de juiste lengte
en kraagvorm worden gebruikt. Het vastzitten van de wielen en de werking
van de reminstallatie zijn daarvan afhankelijk.
Velgen en banden, die niet voor het voertuig zijn goedgekeurd, kunnen de
verkeersveiligheid in gevaar brengen.
Wielen niet kruisgewijs vervangen.
Het voertuig conform de nationale voorschriften, bijv. met gevarendrie-
hoek, beschermen.
Voor de vervanging van de banden de velgen- en bandenmaat, de draag-
kracht van de banden en de snelheidsindex op de banden controleren.
Alleen de in de voertuigpapieren opgegeven velgen- en bandenmaten
gebruiken.
Verdere informatie ontlenen aan de gebruiksaanwijzing van het basisvoer-
tuig.
Bij modellen met een basisvoertuig van het merk Fiat of Ford is geen reser-
vewiel aanwezig. Bij deze voertuigen wordt standaard een autopechset
voor het met schuim bewerken van de defecte band meegeleverd.
Wegens het gewicht en de inbouwpositie kan alleen door een zeer
sterke persoon in zijn eentje het reservewiel naar beneden of boven
worden gehaald. Altijd door een tweede persoon laten assisteren.