Operation Manual

22
1M
otorcaravan - 09-08 - DET-0037-07NL
Onderhoud
1
3
13.3.3 Verwarmingsinstallatie ontluchten
De ontluchtingsventielen zijn bij de verwarmingen ingebouwd.
Warmwaterverwarming uitschakelen en laten afkoelen.
Het ontluchtingsventiel (Afb. 244,1) openen en open laten tot er geen lucht
meer ontsnapt.
Het ontluchtingsventiel sluiten.
Deze procedure bij alle ontluchtingsventielen herhalen.
Controleren of de warmwaterverwarming warm wordt.
13.4 Standverwarming
De standverwarming minstens een keer per maand, bij koude motor en
laagste ventilatorstand, gedurende 10 minuten in gebruik nemen.
Voor begin van de verwarmingsperiode de standverwarming door een geau-
toriseerde werkplaats laten nakijken.
13.5 Klimaatregeling
Afb. 244 Ontluchtingsventiel warmwa-
terverwarming
Voor werkzaamheden aan het apparaat de stroomvoorziening uitscha-
kelen.
De klimaatregeling nooit zonder pluizenfilter gebruiken. Zonder pluizen-
filter raakt de verdamper vervuild en daardoor wordt de capaciteit van de
klimaatregeling beperkt.
Bij een verstopte condenswaterafvoer kan er condenswater in het voertuig
komen. Condenswaterafvoer vrijhouden van vuil, bladeren en dergelijke.