Operation Manual
16
5M
otorcaravan - 09-08 - DET-0037-07NL
Inbouwapparatuur
1
0
10.4.3 Boiler Trumatic C
De boiler is in de verwarming geïntegreerd en wordt met gas (gasgebruik)
resp. met gas en/of stroom (gas- en 230-V-elektragebruik) gebruikt. De boiler
wordt ingeschakeld op het bedieningspaneel (Afb. 177) met de draaischake-
laar (Afb. 177,2). Op de energiekeuzeschakelaar (Afb. 179) wordt de energie-
soort ingesteld (gas- en 230-V-elektragebruik).
Bij wintergebruik "Verwarming en boiler" (Afb. 177,3) wordt bij het aanzetten
van de verwarming automatisch ook het water in de boiler verhit. Als de ver-
warming bij het bereiken van de gewenste ruimtetemperatuur uitschakelt, dan
verhit de boiler verder tot de watertemperatuur is bereikt.
Bij zomergebruik (Afb. 177,1) wordt alleen het water in de boiler tot 40 °C of
60 °C verwarmd. Het water wordt in ca. 1 uur tot 60 °C verhit. Het gele contro-
lelicht (Afb. 177,5) licht op tijdens de opwarmfase van de boiler.
De spanning voor de verwarming/boiler en het veiligheids-/aftapventiel kan
niet met de hoofdschakelaar 12 V worden onderbroken. Bij storing licht het
rode controlelicht (Afb. 177,4) op het bedieningspaneel voor verwarming/
boiler Trumatic C op (zie hoofdstuk 15).
Veiligheids-/aftapventiel De boiler is uitgerust met een veiligheids-/aftapventiel (Afb. 178). Het veilig-
heids-/aftapventiel voorkomt, dat het water in de boiler bevriest als bij vorst de
verwarming niet is ingeschakeld.
Afb. 177 Bedieningspaneel voor ver-
warming/boiler
1 Zomergebruik watertemperatuur
40 °C of 60 °C
2 Draaischakelaar
3 Wintergebruik "Verwarming en boiler"
4 Rood controlelicht "Storing"
5 Geel controlelicht "Boiler opwarm-
fase"
Bij gesloten veiligheids-/aftapventiel vloeit er een geringe elektrische
stroom, die de woonruimteaccu extra belast. Daarom de accuspanning
dagelijks controleren op het paneel. Als de accuspanning onder de 10,8 V
daalt, kan de werking van het veiligheids-/aftapventiel niet meer worden
gegarandeerd.
Veiligheids-/aftapventiel openen en de boiler leegmaken, als het voertuig
langere tijd niet wordt gebruikt.
Bij temperaturen onder 8 °C gaat het veiligheids-/aftapventiel automatisch
open. Daarom voor het vullen van de boiler de verwarming inschakelen en
wachten tot de temperatuur in de woonruimte boven 8 °C ligt.
De waterpomp en de waterarmaturen zijn niet tegen vorst beschermd door
het veiligheids-/aftapventiel.
De aftapaansluiting van het veiligheids-/aftapventiel moet altijd vrij van ver-
ontreiningen (bijv. bladeren, ijs) zijn.