Operation Manual

1
52 Motorcaravan - 09-08 - DET-0037-07N
L
Inbouwapparatuur
1
0
Gas- en 230-V-
elektragebruik kiezen:
Op het bedieningspaneel zowel gasgebruik als 230-V-elektragebruik
selecteren.
Als de verwarming wordt ingeschakeld, start deze met de als laatste inge-
stelde gebruikswijze.
Verwarming inschakelen:
De toets " " (Afb. 160,4) indrukken. Het symbool "Off" (Afb. 161,2) knip-
pert.
De toets "+/On" indrukken (Afb. 160,3). Het symbool "On" (Afb. 161,1)
knippert. De verwarming start automatisch.
De toets " " (Afb. 160,2) indrukken. Het bedienen wordt beëindigd, het
display schakelt in ruststand en het symbool "On" licht op.
Verwarming uitschakelen:
De toets " " (Afb. 160,4) indrukken. Het symbool "On" (Afb. 161,1) knip-
pert.
De toets "-/Off" indrukken (Afb. 160,5). Het symbool "Off" (Afb. 161,2) knip-
pert. De verwarming schakelt uit.
De toets " " (Afb. 160,2) indrukken. Het bedienen is beëindigd, het display
schakelt in ruststand en het symbool "Off" licht op.
Warmtewisselaar Alde
Met de warmtewisselaar kan de woonruimte van het voertuig tijdens de rit
worden verwarmd, zonder de warmwaterverwarming van de woonruimte in
gebruik te nemen.
De warmtewisselaar is op het koelcircuit van de voertuigmotor aangesloten en
heeft zo dezelfde functie als de verwarming van het voertuig.
De verwarmingscapaciteit wordt via de verwarmingsregeling van de woon-
ruimte ingesteld.
De afsluitkraan voor de warmtewisselaar bevindt zich direct aan de warmte-
wisselaar.
De capaciteitsstand bij het 230-V-elektragebruik zo kiezen dat deze met de
beveiliging van de 230-V-aansluiting overeenkomt:
Stand 1 (1050 W) bij 6 A
Stand 2 (2100 W) bij 10 A
Stand 3 (3150 W) bij 16 A
Wanneer gas- en 230-V-elektragebruik wordt geselecteerd en het voertuig
op de 230-V-voorziening is aangesloten, werkt de warmwaterverwarming
in eerste instantie alleen met 230-V-elektragebruik. Pas als de verwar-
mingscapaciteit niet meer voldoende is, wordt het gasgebruik automatisch
ingeschakeld.
Het gasgebruik is alleen mogelijk als de hoofdafsluitkraan op de gasfles en
de gasafsluitkraan geopend zijn.
Het 230-V-elektragebruik is alleen mogelijk, als het voertuig op de 230-V-
voorziening is aangesloten.
De warmtewisselaar functioneert alleen als de voertuigmotor draait.
Als de warmtewisselaar niet wordt gebruikt (bijv. in de zomer), de warmte-
wisselaar met de afsluitkraan afsluiten.