Operation Manual

13
3M
otorcaravan - 09-08 - DET-0037-07NL
Elektrische installatie
9
9.9.4 Weergave-instrument tank
Met het weergave-instrument tank kunnen de hoeveelheid water en de hoe-
veelheid afvalwater weergegeven worden.
Indicaties:
Toets tanks " " (Afb. 138,13) indrukken. De symbolen watertank " "
(Afb. 138,7) en afvalwatertank " " (Afb. 138,8) branden. Het vulpeil van
de watertanks (linker schaal) en van de afvalwatertank (rechter schaal)
wordt via de LED's in het weergave-instrument weergegeven.
De volgende tabel helpt u het op het paneel getoonde vulpeil juist te interpre-
teren.
9.9.5 Alarmen
Accu-alarm Het symbool volt "V" (Afb. 138,2) en de LED "11,0" knipperen zodra de span-
ning van de accu 11 V (meting bij lopend bedrijf) onderschrijdt en hierdoor die-
pontlading dreigt op te treden.
Maatregelen:
Bij accu-alarm verbruikers uitschakelen en accu laden, ofwel door te rijden
of door aansluiting op een 230-V-voorziening.
Weergavewaarde
stroom
Toestand van het sys-
teem
Symbool ampère "A"
-30 A tot -10 A Accu wordt momenteel
sterk ontladen
Brandt rood
-10 A tot -1 A Accu wordt momenteel
ontladen
Brandt wit
0 A Accustroom is gering of
0A
Brandt wit
+1 A tot +10 A Accu wordt momenteel
geladen
Brandt wit
Niveauaanduiding
(blauw)
1 LED 2
LED's
3
LED's
4
LED's
5
LED's
6
LED's
7
LED's
8
LED's
25 % 50 % 75 % 100 %
De alarmfuncties zijn alleen bij het opvragen van de betreffende indicatie
actief. Regelmatig controles uitvoeren.
Controles het best 's morgens uitvoeren voor de 12-V-verbruikers inge-
schakeld worden.
Diepontlading is schadelijk voor de accu.
Als de accuspanning onder 10,5 V daalt, schakelt de accubewaking in het
elektroblok alle 12-V-verbruikers uit met uitzondering van het veiligheids-/
aftapventiel.