Operation Manual

1
16 Motorcaravan - 09-08 - DET-0037-07N
L
Elektrische installatie
9
9.4 Woonruimteaccu en startaccu laden
De startaccu kan alleen met een extern laadapparaat vol geladen worden. Bij
230-V-voorziening ontvangt de startaccu door het elektroblok uitsluitend een
druppellading. Ook tijdens het rijden is een volledig laden van de startaccu
door de voertuigdynamo niet mogelijk.
9.4.1 Laden met 230-V-voorziening
Als het voertuig op de 230-V-voorziening is aangesloten, worden de woon-
ruimteaccu en de startaccu via de laadmodule in het elektroblok bijgeladen.
De startaccu wordt hierbij alleen met een druppellading geladen. De laad-
stroom wordt aan de laadtoestand van de accu aangepast. Daardoor is over-
laden niet mogelijk.
Om de volle capaciteit van de laadmodule in het elektroblok te gebruiken,
dienen alle elektrische verbruikers tijdens het laden uitgeschakeld te worden.
9.4.2 Laden met voertuigmotor
Als de voertuigmotor draait, worden de woonruimteaccu en de startaccu door
de voertuigdynamo bijgeladen. Als de voertuigmotor is uitgeschakeld, worden
de accu's automatisch door een relais in het elektroblok van elkaar
gescheiden. Daardoor wordt voorkomen dat de startaccu door elektrische ver-
bruikers in de woonruimte wordt ontladen. Daardoor ontstaan er geen pro-
blemen bij het starten van het voertuig. De laadtoestand van de
woonruimteaccu, resp. de startaccu kan op het paneel worden afgelezen.
9.4.3 Laden met een extern laadapparaat
Bij het laden van de woonruimteaccu en de startaccu met een extern laadap-
paraat als volgt te werk gaan:
Accuzuur in de accu is giftig en bijtend. Ieder contact met de huid of de
ogen vermijden.
Bij het laden met een extern laadapparaat bestaat explosiegevaar. Accu
alleen in goed geventileerde ruimtes en ver verwijderd van open vuur of
mogelijke vonkbronnen laden.
Om de woonruimteaccu of startaccu op te laden met een extern laadap-
paraat de accu altijd uit het voertuig bouwen.
Accukabels niet op de verkeerde polen aansluiten.
Het contact niet bedienen als de startaccu of de woonruimteaccu losgekop-
peld zijn. Kortsluitingsgevaar!
Voor het los- en vastklemmen van de accu de voertuigmotor uitschakelen,
de 230-V- en de 12-V-voorziening alsmede alle verbruikers uitschakelen.
Kortsluitingsgevaar!
Voor het laden van de accu controleren of het externe laadapparaat voor
het accutype geschikt is.
De gebruiksaanwijzingen van het basisvoertuig en het laadapparaat in acht
nemen.
Bij overlading wordt de woonruimteaccu onherstelbaar beschadigd.