Operation Manual

11
3M
otorcaravan - 09-08 - DET-0037-07NL
Elektrische installatie
9
9Elekt rische i nstallatie
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de elektrische installatie van het voer-
tuig.
De instructies hebben betrekking op:
de veiligheid
verklaringen van begrippen met betrekking tot de accu
het 12-V-boordnet
de woonruimteaccu
het laden van de accu's
het elektroblok
het paneel
het 230-V-boordnet
de aansluiting op de 230-V-voorziening
de zekeringenindeling
De bediening van de op elektriciteit werkende apparaten van de woonopbouw
is in hoofdstuk 10 beschreven.
9.1 Algemene veiligheidsinstructies
Het voertuig biedt tijdens onweer een veilig onderkomen (Faraday-kooi). Voor
de zekerheid echter de 230-V-aansluiting ontkoppelen en de antennes
induwen ter bescherming van de elektrische apparaten.
9.2 Begrippen
Rustspanning De rustspanning is de spanning van de accu in rusttoestand, d.w.z. er wordt
geen stroom opgenomen en de accu niet geladen.
Ruststroom Sommige elektrische verbruikers, zoals bijv. klok en controlelichten hebben
continu elektrische stroom nodig; deze worden daarom ook wel als stille ver-
bruikers aangeduid. Deze ruststroom stroomt ook bij uitgeschakelde 12-V-
voorziening.
Diepontlading Diepontlading van de accu dreigt wanneer een accu door ingeschakelde ver-
bruikers en door ruststroom volledig wordt ontladen.
Alleen vaklieden aan de elektrische installatie laten werken.
Alle elektrische apparaten (bijv. mobiele telefoons, zend-ontvangappa-
raten, televisies of DVD-spelers), die naderhand in de camper zijn inge-
bouwd en tijdens de rit in gebruik zijn, moeten bepaalde kenmerken
hebben: Dit zijn het CE-kenmerk, de EMC-keuring (elektromagnetische
compatibiliteit) en de "E1"-keuring.
Alleen zo is een goed functioneren van het voertuig tijdens de rit gega-
randeerd. Anders is het mogelijk, dat de airbag wordt geactiveerd of de
boordelektronica wordt gestoord.
Diepontlading is schadelijk voor de accu.