Operation Manual

14
1C
aravan - 02-08 - DET-0025-08NL
Sanitaire inrichting
1
1
11.3.4 Sifon
Ter voorkoming van evt. nare geurtjes veroorzaakt door de afvalwaterinstal-
latie, is het voertuig, al naar gelang het model, met sifons (Afb. 160,1) uitge-
rust. De sifons zijn in de afvalwaterleidingen ingebouwd.
De sifons minstens elk tweede jaar schoonmaken. Daarvoor de bodem
(Afb. 160,2) eraf schroeven.
11.4 Waterinstallatie vullen
Het voertuig horizontaal zetten.
230-V-voorziening aansluiten en de 230-V-beveiligingsautomaat inscha-
kelen. Bij Autark-pakket met accu is de aansluiting aan een 230-V-voorzie-
ning niet nodig.
Hoofdschakelaar 12 V op het paneel inschakelen (Autark-pakket).
Aftapkranen voor boiler en verwarmingsketel sluiten.
Alle waterkranen sluiten.
Op de watertank de afsluitdeksel openen.
Aftapopening in de watertank met de bijgevoegde afsluitstop sluiten.
Watertank met de afsluitdeksel weer goed sluiten.
Watertank met vers water vullen. Voor het vullen een waterslang, waterjer-
rycan met trechter o.d. gebruiken.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen. De waterpomp wordt inge-
schakeld.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt. Alleen zo is gegarandeerd dat de verwarmingsketel
of de boiler met water is gevuld.
Afb. 160 Sifon
Bij het vullen van de watertank de technisch toegelaten totale massa van
het voertuig in acht nemen. Als de watertank vol is, moet de bagage
overeenkomstig worden gereduceerd.
De waterpomp loopt zonder water warm en kan beschadigd worden.
Waterpomp nooit gebruiken als de watertank leeg is.
Terwijl de watertank wordt gevuld, kan de waterhoeveelheid op het paneel
(Autark-pakket) worden gecontroleerd.