Operation Manual
5
5C
aravan - 11-06 - DET-0025-06NL
Wonen
7
7.6.1 Dakluik met kliksluiting (variant 1)
Afhankelijk van het model is in de toiletruimte een dakluik met kunstmatige
ventilatie (Afb. 37,1) ingebouwd.
Het dakluik kan aan één of beide kanten omhoog worden gezet.
De ventilatieopeningen van de kunstmatige ventilatie altijd open
houden. Kunstmatige ventilatieopeningen nooit afdekken, bijv. met een
wintermat, of dichtzetten. Kunstmatige ventilatieopeningen vrijhouden
van sneeuw en bladeren.
De dakluiken zijn uitgerust met verduisteringsrollo of vouwverduistering en
rolhor. Verduisteringsrollo's en rolhorren springen na het losmaken van de
vergrendeling door trekkracht automatisch terug in de uitgangspositie. Om
het trekmechanisme niet te beschadigen het verduisteringsrollo of rolhor
vasthouden en langzaam in de uitgangspositie terugbrengen.
Als het verduisteringsrollo resp. de vouwverduistering helemaal is
gesloten, kan er bij sterke zonnestraling warmteophoping tussen het ver-
duisteringsrollo/de vouwverduistering en het dakluik optreden. Het dakluik
kan beschadigd worden. Daarom bij sterke zonnestraling het verduiste-
ringsrollo/de vouwverduistering maar voor 2/3 sluiten. Het dakluik iets
openen of in ventilatiestand brengen.
Al naargelang het weer de dakluiken zo ver sluiten, dat er geen vocht kan
binnendringen.
Niet op de dakluiken gaan staan.
Voor het begin van de rit de dakluiken sluiten.
Voor het begin van de rit de vergrendeling van de dakluiken controleren.
De dichtingen van de dakluiken minstens 1 x per jaar met talk inwrijven.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de dakluiken sluiten.
Afb. 37 Kunstmatige ventilatie