Operation Manual

3
5C
aravan - 11-06 - DET-0025-06NL
Voor het rijden
4
4.6.6 Beladen via de oprijplaat
Beladen van het voertuig
via de oprijplaat
Via de oprijplaat kan het voertuig gemakkelijker worden beladen.
De achterklep openen (zie hoofdstuk 7).
De zekering (bijv. hangslot, Afb. 7,1) aan de oprijplaat (Afb. 7,2) verwij-
deren.
De oprijplaat horizontaal houden en tot de aanslag naar achteren uit-
trekken.
Het dak van het voertuig is niet ontworpen voor een puntbelasting. Voor het
betreden van het dak, het te betreden gedeelte ruim afdekken. Hiervoor
zijn materialen geschikt met een glad of zacht oppervlak, zoals een dikke
piepschuim-plaat.
Daklasten veilig met spanriemen vastbinden. Geen rubberen expander
gebruiken.
Rekening houden met de totale hoogte van het voertuig bij beladen dak-
drager.
In het trekvoertuig goed zichtbaar een notitie met de totale hoogte aan-
brengen. Bij bruggen en doorgangen hoeft dan niet meer gerekend te
worden.
Voor het begin van de rit de oprijplaat helemaal inschuiven en vergren-
delen.
De oprijplaat alleen betreden als deze helemaal is uitgetrokken en op de
grond is gelegd.
De oprijplaat alleen dan betreden, als de achterste kriksteunen uitge-
schoven zijn of de caravan aan het trekvoertuig is aangekoppeld of de
caravan aan de achterkant tegen kantelen beveiligd is door een onder-
bouwelement. De caravan kan anders naar achteren kantelen. Gevaar
om te vallen!
Wees voorzichtig bij het betreden van de oprijplaat. Er bestaat glijgevaar
bij vochtige of bevroren oprijplaat.
Bij het beladen van het voertuig via de oprijplaat moet men rekening
houden met de toelaatbare asbelastingen en de technisch toegelaten
totale massa.
De minimum oplegdruk niet onderschrijden.
Afb. 7 Vergrendelen van de oprijplaat Afb. 8 Oprijplaat (uitgetrokken)