Operation Manual

13
3C
aravan - 11-06 - DET-0025-06NL
Sanitaire inrichting
1
1
11Sanitaire inrichting
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de sanitaire inrichtingen van de caravan.
De instructies hebben betrekking op:
de watertank
de afvalwatertank
de complete waterinstallatie
de toiletruimte
het toilet
11.1 Watervoorziening, algemeen
Het voertuig is uitgerust met een ingebouwde watertank. Een elektrische
waterpomp pompt het water naar de afzonderlijke waterwinplaatsen. Door het
openen van een waterkraan wordt de waterpomp automatisch ingeschakeld
en pompt ze water naar de waterwinplaats.
Een kan of de afvalwatertank vangt het vervuilde water op.
Watertank alleen vullen met vers water.
Als het voertuig bij vorstgevaar niet wordt verwarmd, de volledige waterin-
stallatie leegmaken. De waterkranen in de middelste stand geopend laten.
Alle aftapkranen geopend laten. Zo wordt vorstschade aan de inbouwap-
paratuur en aan het voertuig vermeden.
De waterpomp loopt zonder water warm en kan beschadigd worden.
Waterpomp nooit gebruiken als de watertank leeg is.
De watertank voor ieder gebruik grondig reinigen.
Voordat de waterarmaturen worden gebruikt, moet de 230-V-voorziening
aangesloten en de 230-V-beveiligingsautomaat ingeschakeld of de
caravan met het trekvoertuig elektrisch verbonden zijn. De waterpomp
werkt anders niet.
Bij de uitvoering van de caravan met met het Autark-pakket is dit niet nodig.
Wanneer de watertank met vers water wordt gevuld kan onderin de pomp
een luchtbel worden gevormd. Deze luchtbel het aanzuigen van het water.
De waterpomp krachtig in het water heen en weer schudden.
Staand water in de watertank of in waterleidingen wordt na korte tijd ond-
rinkbaar. Daarom voor ieder gebruik van het voertuig de waterleidingen en
de watertank met meerdere liters vers water goed doorspoelen. Daarvoor
alle waterkranen openen. Na ieder gebruik van het voertuig de watertank
en alle waterleidingen volledig leegmaken.