Operation Manual

Caravan - 11-05 - DET-0025-05 NL 95
Inbouwapparatuur
10
10.2.4 Verwarming voor afvalwaterleidingen
Ter voorkoming van bevriezing van de afvalwaterbuizen kunnen de afvalwaterleidingen elektrisch
worden verwarmd.
Bij ingeschakelde verwarming wordt met temperatuursensoren de temperatuur bij de afvalwaterlei-
dingen bewaakt. Als de temperatuur onder de 5 °C daalt, worden de verwarmingselementen inge-
schakeld en de afvalwaterleidingen verwarmd. Als de temperatuur boven een bepaalde waarde
komt, worden de verwarmingselementen weer uitgeschakeld.
De transformator 230 V AC/12 V DC (Afb. 98,2) is in de kledingkast ingebouwd.
Het regelapparaat is geïntegreerd in de behuizing van de transformator. De controlelichten hebben
de volgende betekenis:
Controlelicht (Afb. 98,5) licht groen op: regeling is bedrijfsklaar
Controlelichten (Afb. 98,4 en 6) lichten rood op: afvalwaterleidingen worden verwarmd
In de behuizing is een testknop (Afb. 98,3) geïntegreerd, waarmee het regelapparaat gedurende
korte tijd kan worden aangezet. Door op de testknop te drukken, kan de werking van de verwarming
worden getest, ook wanneer de omgevingstemperatuur hoger dan 5 °C is.
Inschakelen:
■ Voertuig op 230-V-voorziening aansluiten
(zie sectie 9.2.1).
■ Schakelaar (Afb. 98,1) aan de transformator
(Afb. 98,2) op "ON" zetten.
Uitschakelen:
■ Schakelaar (Afb. 98,1) aan de transformator
(Afb. 98,2) op "OFF" zetten.
Afb. 98 Transformator met regelapparaat
> De testknop altijd maar kort indrukken.
> De verwarming werkt alleen als het voertuig is aangesloten op een 230-V-voorziening.