Operation Manual

18 Caravan - 11-05 - DET-0025-05 NL
Veiligheid
3
3.2 Algemeen
Voor een toereikende ventilatie zorgen. Ingebouwde kunstmatige ventilatieopeningen
(dakluiken met kunstmatige ventilatie of paddestoeldakventilatoren) nooit afdekken,
bijv. met een wintermat, of dichtzetten. Kunstmatige ventilatieopeningen vrijhouden
van sneeuw en bladeren. Er dreigt verstikkingsgevaar door een verhoogd CO
2
-gehal-
te.
Let op de doorgangshoogte van de toegangsdeur.
Bij aangebouwde dakdrager met ladder de ladder alleen dan betreden, als de achter-
ste kriksteunen uitgeschoven zijn of de caravan aan het trekvoertuig is aangekoppeld
of de caravan aan de achterkant tegen kantelen beveiligd is door een onderbouwele-
ment. De caravan kan anders naar achteren kantelen. Gevaar om te vallen!
> Voor de inbouwapparatuur (verwarming, kookplaat, koelkast enz.) zijn de betreffende
gebruiksaanwijzingen en bedieningshandleidingen maatgevend. Absoluut in acht ne-
men!
> Als er toebehoren of speciale uitvoeringen worden aangebouwd, kunnen de afmetin-
gen, het gewicht alsmede het rijgedrag van de caravan veranderen. De aanbouwon-
derdelen moeten deels in de voertuigpapieren worden geregistreerd.
> Alleen velgen en banden gebruiken, die voor de caravan zijn toegelaten. Informatie
over de grootte van de toegelaten velgen en banden ontlenen aan de voertuigpapie-
ren.
> Bij het parkeren van de caravan de handrem aantrekken.
> Bij het verlaten van de caravan de ingangsdeur, alle serviceluiken en ramen sluiten.
> Bij de verkoop van de caravan alle gebruiksaanwijzingen van de caravan en de in-
bouwapparatuur meegeven aan de nieuwe eigenaar.