Operation Manual

Caravan - 11-05 - DET-0025-05 NL 17
Veiligheid
3
3 Vei lighe id
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan belangrijke veiligheidsinstructies. De veiligheidsinstructies dienen ter bescher-
ming van personen en voorwerpen.
De instructies hebben betrekking op:
de brandveiligheid en het handelen bij brand
de omgang met de caravan in het algemeen
de verkeersveiligheid van de caravan
de gasinstallatie van de caravan
de elektrische installatie van de caravan
de waterinstallatie van de caravan
3.1 Brandveiligheid
3.1.1 Voorkomen van brand
3.1.2 Brandbestrijding
3.1.3 Bij brand
Kinderen nooit alleen in de caravan laten.
Brandbare materialen weg houden van verwarmings- en kookapparaten.
Lampen kunnen zeer heet worden. Altijd een veiligheidsafstand van 30 cm aanhou-
den.
Nooit draagbare verwarmings- of kookapparaten gebruiken.
Veranderingen aan de elektrische installatie of gasinstallatie en aan inbouwappara-
tuur mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde vakwerkplaatsen.
In de caravan altijd een poederbrandblusser (ten minste 1 kg) meenemen. Deze
moet toegelaten en gekeurd zijn en altijd voor het grijpen liggen.
De brandblusser regelmatig door bevoegd personeel laten controleren. Keuringsda-
tum in acht nemen.
De brandblusser is niet bij de levering van de caravan inbegrepen.
Inzittenden van het voertuig evacueren.
Elektrische voorziening uitschakelen en van het electriciteitsnet isoleren.
Hoofdafsluitkraan op de gasfles sluiten.
Alarm slaan en brandweer roepen.
Brand bestrijden, indien dit zonder risico mogelijk is.
> Van de plaats en de bediening van de nooduitgangen op de hoogte stellen.
> Vluchtwegen vrijhouden.
> Gebruiksaanwijzing van de brandblusser in acht nemen.