Operation Manual

Caravan - 11-05 - DET-0025-05 NL 159
Wielen en banden
14
14.5.3 Wiel vervangen
Caravan aangekoppeld:
Bij aanhangerkoppelingen met stabilisatie-
inrichting de stabilisatie-inrichting losmaken.
De frictievoeringen worden anders te sterk
belast.
De handrem van het trekvoertuig aantrek-
ken en in de eerste versnelling of de achter-
uitversnelling schakelen.
Caravan losgekoppeld:
Voertuig op een zo effen en vast mogelijke
ondergrond parkeren.
Handrem aantrekken.
Het steunwiel dwars op de rijrichting plaat-
sen en met geschikte hulpmiddelen beveili-
gen (Afb. 172).
Voor aangekoppelde en losgekoppelde ca-
ravans:
Remwiggen of andere geschikte voorwer-
pen onder de wielen leggen om het voertuig
te beveiligen (Afb. 173).
Reservewiel uit de reservewielhouder ne-
men.
Bij een zachte ondergrond een stabiele on-
derlegger onder de wagenkrik leggen, bijv.
een houten plank.
Afb. 172 Steunwiel beveiligen
Afb. 173 Voertuig beveiligen
De voetplaat moet plat op de grond staan.
De wagenkrik niet schuin neerzetten.
Het insteekprofiel van de AL-KO-wagenkrik (speciale uitvoering) altijd tot aan de aan-
slag in de opname-inkeping schuiven.
Als er aluminium wielen zijn gemonteerd en bij bandenpech een reservewiel van staal
wordt gemonteerd:
- Niet verder dan noodzakelijk (autodealer, autogarage, bandendealer) rijden.
- Alleen met aangepaste snelheid rijden.
De verschillende wielen beïnvloeden het rijgedrag.
> Als speciale uitvoering is een speciale wagenkrik van AL-KO met opname-inkepingen
verkrijgbaar. Deze opname-inkepingen worden aan het frame gemonteerd.
> De AL-KO-wagenkrik heeft een draagcapaciteit van 800 kg.