Operation Manual

Caravan - 11-05 - DET-0025-05 NL 147
Onderhoud
13
Vloeistofpeil controleren:
■ Voor het controleren de warmwaterverwarming uitschakelen en laten afkoelen.
■ Controleren of de vloeistof in de buffertank (Afb. 155) tussen de "MIN"-markering (Afb. 155,3) en
de "MAX"-markering (Afb. 155,2) staat.
Verwarmingsvloeistof bijvullen:
Om luchtbellen te vermijden, het voertuig waterpas zetten. Voor het bijvullen de warmwaterverwar-
ming uitschakelen en laten afkoelen.
■ Warmwaterverwarming uitschakelen.
■ Afscherming verwijderen.
■ De draaisluiting (Afb. 155,1) van de buffertank opendraaien.
■ Neem het deksel met de circulatiepomp er
langzaam naar boven uit.
■ Bescherming tegen vorst met een anti-vries-
meter controleren. Het antivriesgehalte
moet 40 % bedragen of overeenkomen met
een bescherming tot -25 °C.
■ Water-antivries-mengsel langzaam in de
buffertank gieten.
Afb. 155 Buffertank warmwaterverwarming
Verwarmingsinstallatie ontluchten:
De ontluchtingsventielen zijn bij de verwarmin-
gen ingebouwd.
■ Warmwaterverwarming uitschakelen.
■ De ontluchtingsventiel (Afb. 156,1) openen
en open laten tot er geen lucht meer ont-
snapt.
■ Ontluchtingsventiel sluiten.
■ Deze procedure bij alle ontluchtingsventie-
len herhalen.
■ Controleren of de warmwaterverwarming
warm wordt.
Afb. 156 Ontluchtingsventiel warmwaterver-
warming
> Het optimale vloeistofpeil is be-
reikt, wanneer de vloeistof in de
buffertank 1 cm boven de "MIN"-
markering (Afb. 155,3) staat.