Operation Manual

VIII Gebruikershandleiding Pedelec Xion 21
6.2.1 Recuperatie
Is aomstig uit het Latijn en betekent zoveel als “herwin-
nen, terugwinnen”. In de techniek staat deze term voor
de terugwinning van stroom in de accu bij het afdalen.
Dat wil zeggen dat als u de recuperatie of de remassistent
hebt ingesteld, u de accu tijdens het etsen kunt opladen
( Hoofdstuk 6.2.2 “Remassistent”).
U stelt de recuperatie via de pijltoetsen in. Hoe sterker de
ingestelde recuperatie, des te sterker u wordt afgeremd.
Deze nctie werkt binnen een snelheid van 10 en 28km/uur
en alleen dan als de accu nog vrije capaciteiten beschikbaar
hee. Dat betekent dat als de accu is volgeladen, de recupe-
ratie niet werkt. Pas wanneer de laadstatus onder 90% zakt,
kan de recuperatie worden geactiveerd.
Wanneer er stroom in de accu wordt teruggeladen, ver-
schijnt het volgende symbool in de weergave:
6.2.2 Remassistent
Als de remassistent is ingeschakeld, staat het volgende
symbool op het display:
De remassistent zorgt ervoor dat u comfortabeler en veili-
ger afdaalt.
U kunt een “grenssnelheid” van tot wel 25 km/uur instel-
len. Het aandrijvingssysteem zal bij het afdalen dan deze
snelheid handhaven. De prestatiegrens van de remas-
sistent resulteert uit de helling van het traject, het totale
gewicht van de ets en de laadstatus van de accu. De laad-
status mag niet boven 90% liggen. Het temperatuurbereik
van de accu moet tussen 0° C en 45° C liggen.
Terugvoeding
Remassistent (brake assist)
Als de berg te steil is of het totale gewicht van de ets te
hoog, wordt de remassistent uitgeschakeld. U moet dan
als u de snelheid wilt handhaven, met uw etsrem rem-
men.
Zodra u begint te trappen, wordt de remassistent auto-
matisch uitgeschakeld. De remassistent wordt weer ge-
activeerd, zodra u niet meer trapt en onder de ingestelde
grenssnelheid komt.
U dient altijd in staat zijn om zelf te blijven remmen,
want de remassistent kan zichzelf uitschakelen.
Door te remmen met de etsrem kunt u uw ets natuurlijk
altijd weer onder de grenssnelheid brengen.
6.3 Actieradius
Hoe ver u met een volledig opgeladen accu met motoron-
dersteuning kunt etsen, wordt door meerdere factoren
beïnvloed:
Gekozen ondersteuning
Wanneer u een lange rit met motorondersteuning
wilt maken, kiest u het beste kleine, dus lichtere
versnellingen. Kies bovendien voor een lagere
ondersteuning.
Rijstijl
Wanneer u in hoge versnellingen rijdt en een
krachtige ondersteuning instelt, wordt u door de
motor met veel kracht ondersteund. Dat leidt, net
als bij autorijden, echter tot een hoger verbruik. U
moet de accu daarom sneller weer opladen. U etst
energiebesparender als u de pedalen gedurende de
gehele omwenteling gelijkmatig belast.
Omgevingstemperatuur
Wanneer het kouder is, is de actieradius met een
opgeladen accu kleiner.
Voor een zo groot mogelijke actieradius dient de
accu in een verwarmde ruimte te worden opges-
lagen, zodat de accu op kamertemperatuur in de
Pedelec kan worden geplaatst.
Door de ontlading bij motorgebruik verwarmt de
accu zichzelf voldoende om bij een koude buiten-
temperatuur niet te veel aan prestatiekracht te
verliezen. De ontladingstemperatuur van de accu-
cellen kan -15 tot +60° C bedragen.