Operation Manual
Netwerk
Om dit toestel te gebruiken door het te verbinden met een thuisnetwerk (LAN), moet u de netwerkinstellingen configureren. Als u uw thuisnetwerk instelt
via DHCP, stelt u “DHCP” in op Aan (gebruik de standaardinstelling). Hierdoor kan dit toestel uw thuisnetwerk gebruiken.
Als u een IP-adres toewijst voor elk apparaat, moet u de instelling “IP Address” gebruiken om een IP-adres toe te wijzen aan dit toestel en de informatie
over uw thuisnetwerk, zoals het gateway-adres en het subnetmasker, invoeren.
Netwerk Informatie
Toon netwerkinformatie.
Friendly Name / DHCPAan of Uit / IP Address / MAC Address /
SSID
z
z
Dit wordt alleen weergegeven terwijl een Wifi-verbinding is ingeschakeld.
Netwerk controle
Hiermee is de netwerkcommunicatie mogelijk in stand-bymodus.
Aan:
De netwerkfunctie kan worden gebruikt wanneer u in
stand-bymodus van de voeding bent. Het hoofdtoestel is
bedienbaar met een netwerkgeschikte controller.
Uit (Standaard):
De netwerkfunctie kan niet worden gebruikt in stand-
bymodus van de voeding.
Wanneer u de webregelfunctie of een netwerkcontroller gebruikt of wanneer u
Bluetooth/NFC snel wilt gebruik wanneer de voeding uit is, stelt u “Netwerk controle”
in op “Aan”.
OPMERKING
Wanneer “Netwerk controle” is ingesteld op “Aan”, verbruikt het toestel meer stand-
byvermogen.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
79
Voor-/
bovenpaneel
Achterpaneel
Afstandsbediening
Index