Operation Manual

Triggeruitgang 1 / Triggeruitgang 2
Selecteer de omstandigheden voor het activeren van de triggeruitgang.
Raadpleeg “TRIGGER OUT-aansluiting” (v
blz. 82) voor meer
informatie over het aansluiten van de TRIGGER OUT-aansluitingen.
n
Bij het instellen voor zone (MAIN ZONE / ZONE2 /
ZONE3)
Trigger uit is geactiveerd door middel van een koppeling naar de
stroomvoorziening van de zone, ingesteld op “Aan”.
n
Bij het instellen van een ingangsbron
Activeer trigger uit wanneer het ingangsbron die is ingesteld op “Aan”,
is geselecteerd.
n
Bij het instellen voor HDMI- televisiescherm
Activeer trigger uit wanneer het HDMI- televisiescherm ingesteld op
“Aan” is geselecteerd.
Aan:
Trigger activeren in deze modus.
– – –: Trigger niet activeren in deze modus.
Display voorzijde
Maakt instellingen met betrekking tot het display op dit toestel.
o
Dimmer
Past de helderheid aan van de display van het toestel.
Helder
(Standaard) :
Normale displayhelderheid.
Gedimd: Verminderde displayhelderheid.
Donker: Zeer lage displayhelderheid.
Uit: Schakelt display uit.
U kunt ook de weergave aanpassen door op DIMMER op het hoofdtoestel.
o
Zenderindicators
Stelt in of het display voor de ingangssignalen of de uitgangssignalen
voor de kanaalaanduiding op het display moet worden gebruikt.
Invoer:
Gebruikt het display voor ingangssignalen
voor de kanaalaanduiding op het display.
Uitgang
(Standaard):
Gebruikt het display voor uitgangssignalen
voor de kanaalaanduiding op het display.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
266
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index