Operation Manual

Netwerk
Om dit toestel te gebruiken door het te verbinden met een thuisnetwerk (LAN), moet u de netwerkinstellingen configureren.
Als u uw thuisnetwerk (LAN) instelt via DHCP, stelt u “DHCP” in op “Aan”. (gebruik de standaardinstelling.) Hierdoor kan het toestel uw thuisnetwerk
(LAN) gebruiken.
Wanneer u een IP-adres handmatig toewijst aan elke apparaat, moet u een IP-adres toewijzen aan dit toestel via de instellingen “IP-adres” en moet u
informatie invoeren over uw thuisnetwerk (LAN) zoals het gatewayadres en subnetmasker, enz.
Informatie
Toon netwerkinformatie.
Schermnaam / Aansluiting / SSID / DHCP / IP-adres / MAC-adres
0
Er is een MAC-adres vereist om een vTuner-account te maken.
Aansluiting
Selecteer of het thuisnetwerk moet worden verbonden met een draadloos
LAN of een bekabeld LAN.
Wanneer u een verbinding maakt met het netwerk via een bekabeld LAN,
selecteert u “Bekabeld (Ethernet)” na het aansluiten van een LAN-kabel,
Wanneer u verbinding maakt met het netwerk via een draadloos LAN,
selecteert u “Draadloos (Wi-Fi)” en configureert u de “Wi-Fi-
installatie”. (v
blz. 201)
o
Wi-Fi
U kunt de Wi-Fi-functie stoppen wanneer u dit toestel verbindt met het
netwerk via een bekabeld LAN.
Ingeschakeld
(Standaard) :
De Wi-Fi-functie wordt gebruikt.
Uitgeschakeld: De Wi-Fi-functie wordt gestopt.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
200
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index