Operation Manual
Luidsprekeraansluiting
Hier sluiten we de luidsprekers in de kamer aan op dit toestel.
Dit gedeelte beschrijft u, aan de hand van typisch voorbeelden, hoe u ze
kunt aansluiten.
OPMERKING
0
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de luidsprekers
aansluit. Schakel ook de subwoofer uit.
0
Sluit de luidsprekerkabels zodanig aan, dat er geen kerndraden uit de
luidsprekeraansluitingen steken. Het beveiligingscircuit kan geactiveerd worden
wanneer de kerndraden in contact komen met het achterpaneel of wanneer de +
en – draden met elkaar contact maken. (
“Beveiligingscircuit” (v
blz. 243))
0
Raak de luidsprekeraansluitingen nooit aan terwijl het netsnoer is aangesloten. Dit
kan een elektrische schok veroorzaken. Wanneer “Setup assistent” (bladzijde 8 in
de afzonderlijke “Snelhandleiding”) wordt uitgevoerd, volgt u de instructies op het
scherm “Setup assistent” voor de aansluitingen. (Er wordt geen stroom geleverd
naar de luidsprekersaansluitingen terwijl de “Setup assistent” actief is.)
0
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 – 16 Ω/ohm.
OPMERKING
0
Voer de volgende instellingen uit wanneer u een luidspreker gebruikt met een
impedantie van 4 – 6
Ω/ohm.
1.
Houd ZONE2 SOURCE en STATUS op het hoofdtoestel minstens 3 seconden
ingedrukt.
“V.Format:< PAL>” verschijnt op het display.
2.
Druk twee keer op DIMMER op het hoofdtoestel.
“Sp.Imp.:<8ohms>” verschijnt op het display.
3.
Druk op TUNER PRESET CH + of TUNER PRESET CH - op het hoofdtoestel
om de impedantie te selecteren.
6
ohms:
6 Ω/ohm tot 8 Ω/ohm is geselecteerd, zelfs als het voor één
luidspreker is met een aangesloten impedantie.
4
ohms:
4 Ω/ohm tot 8 Ω/ohm is geselecteerd, zelfs als het voor één
luidspreker is met een aangesloten impedantie.
4.
Druk op STATUS op het hoofdtoestel om de instelling te voltooien.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
28
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index