Operation Manual
161
Appendix
TipsWeergaveAansluitingen
Inhoud
Voorpaneel Display Achterpaneel Index
Afstandsbediening
Instellingen
2 Volumelimiet
Kies een instelling voor het maximumvolume.
60 (–20dB) / 70 (–10dB) / 80 (0dB) (Standaard : 70 (–10dB))
Uit : Stel geen maximumvolume in.
2 Volume bij aanzetten
Definieer de volume-instelling die actief is wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld.
Laatste (Standaard) : Gebruik de opgeslagen instelling van de laatste
sessie.
Mute : Altijd demping inschakelen als het toestel wordt aangezet.
1 – 98 (–79dB – 18dB) : Het volume is aangepast aan het ingestelde
niveau.
2 Dempingsniveau
Stel de verzwakking in wanneer demping is ingeschakeld.
Volledig (Standaard) : Het geluid wordt volledig uitgeschakeld.
–40dB : Het geluid is 40 dB verzwakt.
–20dB : Het geluid is 20 dB verzwakt.
%
•Dit kan worden ingesteld wanneer “Volumeniveau” (vblz.160) is ingesteld
op “Variabel”.
Zone herbenoemen
Verander de schermtitel van iedere zone in een titel van uw voorkeur.
MAIN ZONE / ZONE2
Stand. inst. : De vooringestelde naam keert terug naar de
standaardinstelling.
%
•De snelkeuze naam mag maximaal 10 tekens lang zijn.
•Ga naar blz.121 voor het invoeren van tekens.
Snelkeuze naam
Verander de “Snelkeuze” schermtitel in een titel van uw voorkeur.
Snelkeuze 1 / Snelkeuze 2 / Snelkeuze 3 / Snelkeuze 4
Stand. inst. : De vooringestelde naam keert terug naar de
standaardinstelling.
%
•De snelkeuze naam mag maximaal 16 tekens lang zijn.
•Ga naar blz.121 voor het invoeren van tekens.










