Instruction Manual

39
moeten de batterijen verwijderd en afgevoerd worden in over-
eenstemming met de huidige wetgeving, omdat ze schadelijk
zijn voor het milieu. Gebruik geen combinatie van oude en nieu-
we batterijen.
Gebruik geen combinatie van alkalinebatterijen, standaardbat-
terijen (zinkkoolstof) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterij-
en. Gooi batterijen niet in vuur. Batterijen kunnen ontploen
of lekken. Als de afstandsbediening voor een bepaalde tijd niet
wordt gebruikt, moeten de batterijen verwijderd worden.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Richt de afstandsbediening op de ontvanger (A11) op de
airconditioner. De afstandsbediening moet zich op niet
meer dan 7 meter van het apparaat bevinden (afb. 10)
(zonder obstakels tussen afstandsbediening en ontvan-
ger).
De afstandsbediening moet met zorg behandeld worden.
Laat de afstandsbediening niet vallen en vermijd blootstel-
ling aan direct zonlicht of warmtebronnen.
Let op: De afstandsbediening kan veilig worden opgeborgen in
de daarvoor bestemde vak (A12).
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
D1. Knop ON/STAND-BY
D2. Knop MODE
D3. Knop omlaag
D4. Knop omhoog
D5. Knop luchtstroom
D6. Knop SWING
D7. Knop SILENT (geluidsniveau)
D8. Knop timer
D9. KNOP Eco Real Feel
D1
D9
D3
D5
D8
D6
D7
D2
D4
HET APPARAAT IN-/UITSCHAKELEN
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de knop
C1C2
C4
C11
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C16
C14
C10
C15
C17
C8
button (D1) (bij de inschakeling van de
airconditioner wordt de bij de laatste uitschakeling actieve
modus geactiveerd) .
Druk voor de uitschakeling van het apparaat op de knop
C1C2
C4
C11
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C16
C14
C10
C15
C17
C8
(D1).
Let op: Schakel het apparaat nooit uit door de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Druk voor de uitschakeling altijd op de knop
C1C2
C4
C11
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C16
C14
C10
C15
C17
C8
en wacht enkele
minuten alvorens de stekker te verwijderen. Alleen op deze ma-
nier kan het apparaat de standaardcontroles uitvoeren.
SELECTIE VAN DE BEDRIJFSMODUS
Druk voor de selectie van de gewenste bedrijfsmodus herhaal-
delijk op de knop MODE (D6), tot de gewenste werking geselec-
teerd wordt.
De meeste op de afstandsbediening beschikbare commandos
komen overeen met die van het bedieningspaneel van het ap-
paraat (C).
SELECTIE VAN DE TEMPERATUREN
Druk in de modus airconditioning op de knoppen (D3) en
(D4) om de gewenste temperatuur te verhogen/verlagen.
SELECTIE VAN DE LUCHTSTROOM
Druk, in de modus airconditioning en ventilatie, op de knop
(D5) om de gewenste luchtstroom te verhogen/verlagen.
FUNCTIE SWING
Door middel van de knop SWING (D6) kan de klep worden bewo-
gen om de lucht gelijkmatig over de ruimte te verdelen.
Als de knop SWING wordt ingedrukt, begint de luchtuitlaatklep
afwisselen omhoog en omlaag te bewegen.
Wordt de knop nogmaals ingedrukt, dan wordt de klep op zijn
huidige stand geblokkeerd.
Bij nog een druk op de knop wordt de omhoog-/omlaagbewe-
ging hervat.
Let op: om beschadiging van de interne mechanismen te voor-
komen, mag de klep niet met de hand verplaatst worden.