Users Guide

Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk
1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer.
2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer.
3 Selecteer de USB-printer. Zie “Printers selecteren” op pagina 101.
Opmerking: u kunt de printer blijven gebruiken via een draadloze of Ethernet-verbinding.
De printer gebruiken via een Ethernet-netwerk
Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer:
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de printer en op een beschikbare poort op een switch of wandaansluiting.
2 Wacht één minuut totdat de Ethernet-netwerkadapter wordt geactiveerd en een IP-adres ophaalt van het netwerk.
3 Selecteer de netwerkprinter. Zie “Printers selecteren” op pagina 101.
Opmerking: de draadloze adapter van de printer is uitgeschakeld wanneer de printer is aangesloten op een
Ethernet-netwerk.
Als de printer momenteel is geconfigureerd voor lokaal gebruik (via een USB-verbinding)
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de printer en op een beschikbare poort op een switch of wandaansluiting.
2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer waarmee u de printer wilt configureren.
3 Volg de aanwijzingen op het scherm om een printer te configureren op een Ethernet-netwerk.
4 Selecteer de netwerkprinter. Zie “Printers selecteren” op pagina 101.
Opmerking: u hebt een USB-kabel nodig om de configuratie te voltooien.
Printers selecteren
1 Open de printermap.
a Klik op of Start.
b Typ control printers in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren.
c Druk op Enter of klik op OK.
2 Klik met de rechtermuisknop op de printer die u wilt gebruiken (Netwerk of USB).
3 Selecteer Als standaardprinter instellen in het menu.
4 Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten.
Netwerk 101