Users Guide
Begrip van de systeemmenu’s |
107
Selecteer een hoge waarde als de printer voortdurend in gebruik is. In de meeste
gevallen zal de printer dan steeds klaar zijn voor gebruik, met een minimale opwarmtijd.
Selecteer een gemiddelde waarde als u een middenweg zoekt tussen energiebesparing
en een kortere opwarmtijd.
De printer keert uit de stroomspaarstand terug naar stand-by wanneer er gegevens
doorkomen van de computer of van een externe faxprinter. U kunt de printer ook zelf
met een druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel in Stand-by zetten.
❚
Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >
Datum & tijd
Specificeert het formaat voor de datum en tijd.
❚
Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >
mm / inch
Specificeert de standaardmaateenheid die na de numerieke waarde weergegeven wordt
op het touch-paneel.
OPMERKING:
• De standaard voor mm / inch varieert afhankelijk van andere instellingen zoals Land en de
grootte van het document.
❚
Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >
Helderheid scherm
Past de helderheid van het scherm van het touch-paneel aan.
❚
Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >
Audiotoon
Specificeert of de functie Audiotoon moet worden geactiveerd. Als dit het geval is,
weerklinkt er een toon tijdens het bedienen of wanneer er een waarschuwingsbericht
verschijnt.
Tijdzone Stelt de standaardtijdzone in.
Datum Stelt de datum in aan de hand van de Notatie.
Notatie Stelt de datumnotatie in.
Tijd Stelt de tijd in.
Notatie Stelt het tijdsformaat in.
Paneelkeuzetoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer de invoer
op het bedieningspaneel juist is.
Paneelwrschuwtoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer de invoer
op het bedieningspaneel fout is.
Apparaat-klaartoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer de printer
gereed is voor gebruik.
Kopieertaak-toon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een
kopieertaak voltooid is.
Taak voltooid-toon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een
andere taak dan een kopieertaak voltooid is.
Fouttoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een taak
op abnormale wijze wordt beëindigd.
Waarschuwingstoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een
probleem optreedt.