Users Guide

Optionele accessoires installeren
45
6
Controleer of het gedeelte
Netwerk (Draadloos)
bestaat.
7
Sluit de printer aan op een draadloos netwerk door de draadloze adapter te configureren. Zie “Configureren van de
optionele draadloze adapter” voor meer informatie.
De instellingen voor het draadloze netwerk bepalen
U kunt de draadloze printer alleen instellen als u de instellingen voor het draadloze netwerk weet. Wendt u tot de
netwerkbeheerder voor de instellingsgegevens.
Draadloze instellingen SSID Bepaalt de naam waarmee het draadloze netwerk wordt aangeduid, met
max. 32 alfanumerieke tekens.
Netwerkmodus Bepaalt of de netwerkmodus Ad-hoc of Infrastructuur is.
Veiligheidsinstellingen Beveiliging Kiest het type codering uit Geen beveiligingsmodus, Auto PSK
*
, WPA2-
PSK-AES en WEP.
Verzendsleutel Bepaalt de verzendsleutel uit de lijst.
WEP-sleutel Geeft de WEP-sleutel alleen op voor gebruik via het draadloze netwerk
wanneer WEP is geselecteerd als coderingstype.
Wachtwoordzin Bepaalt de wachtwoordzin bestaande uit alfanumerieke tekens van 8 tot 63
bytes lang en de hexadecimale tekens van 64 bytes lang, maar alleen als
Mixed mode PSK
*
of WPA2-PSK-AES is geselecteerd als coderingstype.
*
De gemengde modus PSK selecteert automatisch een beschikbaar coderingstype uit WPA-PSK-TKIP, WPA-PSK-AES of WPA2-PSK-
AES.