Users Guide
152
Begrip van de printermenu’s
Waarden:
Wi-Fi-instelling
Toepassing:
Voor het configureren van de draadloze netwerkinterface.
Waarden:
Aansluiting (Goed)
(Acceptabel)
(Laag)
(Geen ontvangst)
SSID Geeft de naam weer waarmee het draadloos netwerk wordt aangeduid.
Codering Geeft het coderingstype aan.
Toegang selecteren Selecteer het toegangspunt uit de lijst.
Invoer WEPcode Voer de WEP-code in wanneer u een toegangspunt kiest
waarbij WEP wordt gebruikt als de beveiligingsmethode.
Voor 64-bit-sleutels kunt u maximaal 10 hexadecimale
tekens invoeren. Voor 128 bit-sleutels kunt u maximaal 26
hexadecimale tekens invoeren.
Invoer
wachtwoordzin
Voer het wachtwoord van 8 tot 63 alfanumerieke tekens in
wanneer u een toegangspunt kiest waarbij WPA, WPA2 of
Gemengd als coderingstype wordt gebruikt.
Handmatig instellen Netwerk invoeren (SSID) Geeft een naam weer waarmee het draadloos netwerk wordt
aangeduid. U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens
invoeren.
Infrastructuur Selecteer deze optie als u de draadloze instellingen
configureert via het toegangspunt, bijvoorbeeld een
draadloze router.
Geen beveiliging Geef Geen beveiliging op als u de draadloze instellingen wilt
configureren zonder een coderingstype te kiezen uit WEP,
WPA-PSK-TKIP en WPA-PSK-AES.
Gemengde modus
PSK
*
Selecteer om de draadloze instelling te configureren met de
coderingsmethode Gemengde modus PSK. De gemengde
modus PSK selecteert automatisch het coderingstype uit
WPA-PSK-TKIP, WPA-PSK-AES of WPA2-PSK-AES.
Invoer
wachtwoordzin
Geeft het wachtwoord van
alfanumerieke tekens van 8 tot 63
weer.
WPA2-PSK-AES Selecteer om de draadloze instellingen te configureren met
het coderingstype WPA2-PSK-AES.
Invoer
wachtwoordzin
Geeft het wachtwoord van
alfanumerieke tekens van 8 tot 63
weer.
(hex: 0-9, a-f, A-F, 16 tot 64 tekens)
WEP Bepaalt welke WEP-sleutel voor het draadloos netwerk
moet worden gebruikt. Voor 64-bit-sleutels kunt u maximaal
10 hexadecimale tekens invoeren. Voor 128 bit-sleutels kunt
u maximaal 26 hexadecimale tekens invoeren.