Dell Precision Workstation T5610 Eigenaarshandleiding 1.0 Regelgevingsmodel: D01T Regelgevingstype: D01T003 July 2020 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. Copyright © 2015 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. Copyright © 2015 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.............................................................................................. 6 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................................................................. 6 Uw computer uitschakelen...................................................................................................................................................
Onderdelen van het moederbord...................................................................................................................................... 35 Hoofdstuk 3: Extra informatie........................................................................................................ 36 Richtlijnen voor de geheugenmodule................................................................................................................................ 36 PSU-vergrendeling (voeding)...............
1 Aan de computer werken Onderwerpen: • • • Voordat u in de computer gaat werken Uw computer uitschakelen Nadat u aan de computer hebt gewerkt Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
2 Het verwijderen en installeren van onderdelen Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer.
Systeemoverzicht Afbeelding 1. Binnenaanzicht van de T5610 computer 1. 3. 5. 7. 9. 11. luchttunnel optisch station harde schijven voeding PCI-kaart intrusieschakelaar 2. 4. 6. 8. 10. 12. montagekader vooraan luchtgeleidingsplaat luchtkanaal knoopbatterij geheugenmodule warmteafleider met geïntegreerde ventilator De voeding verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
4. Pak de hendelstang vast om de PSU uit de computer te schuiven. De PSU (voeding) plaatsen 1. Pak het PSU-hendeltje vast en schuif de PSU in de computer. 2. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De kap verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Leg de computer op zijn zijkant met de vergrendeling omhoog gericht.
3. Til de vergrendeling van de kap omhoog. 4. Til de kap omhoog tot een hoek van 45 graden en verwijder de kap van de computer.
De kap plaatsen 1. Plaats de computerkap op het chassis. 2. Druk de computerkap omlaag totdat deze vastklikt. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het montagekader verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder de kap. 3. Maak de retentieklemmen op de rand van het montagekader op de voorzijde los van het chassis. 4.
b. Druk de vergrendeling naar beneden en trek de PCI-kaart voorzichtig uit de computer [2, 3]. De PCI-kaart plaatsen 1. Druk de PCI-kaart in de kaartsleuf en maak de vergrendeling vast. 2. Plaats de plastic vergrendeling waarmee de PCI-kaart in de kaartsleuf wordt vastgezet. 3. Plaats de linkerplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de kap. 3.
5. Druk op het klemmetje om de vergrendeling van de kabels, op de zijkant van de houder van het optische-station, los te maken. 6. Druk op de pal en til de kabels omhoog. 7. Til de vergrendeling bovenop de kooi van het optische station omhoog.
8. Houd de vergrendeling vast en schuif de kooi van het optische station uit het compartiment van het optische station. Het optische station plaatsen 1. Til de vergrendeling omhoog en schuif de houder van het optische-station in het compartiment. 2. Druk het klemmetje in om de vergrendeling los te maken en plaats de kabels in de houder. 3. Sluit de stroomkabel aan op de achterzijde van het optische station. 4. Sluit de gegevenskabel aan op de achterzijde van het optische station. 5. Plaats de kap. 6.
4. Druk de vergrendeling op beide zijden van de bracket van de harde schijf in. 5. Schuif de harde schijf uit het compartiment. 6. Verwijder, als er een 2,5 inch harde schijf is geplaatst, de schroeven en til het station omhoog om dit uit de harde-schijfhouder te verwijderen.
De harde schijf plaatsen 1. Als in uw computer een 2,5–inch harde schijf is geplaatst, plaats dan de harde schijf in de houder en draai de schroeven aan om de harde schijf te bevestigen. 2. Druk op de vergrendeling op de kooi van de harde schijf in en schuif de harde schijf in het compartiment. 3. Sluit de stroomkabel van de harde schijf aan. 4. Sluit de gegevenskabel van de harde schijf aan. 5. Plaats de kap. 6. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
5. Maak de vergrendeling los waarmee de warmtesensor is bevestigd. In dit geval is de warmtesensor aangesloten op de vaste schijf. De warmtesensor plaatsen OPMERKING: De warmtesensor is een optioneel onderdeel waarvan uw computer mogelijk niet is voorzien. 1. Sluit de warmtesensor aan op het component waarvan u de temperatuur wilt controleren, en zet de sensor vast met de vergrendeling. 2. Sluit de kabel van de warmtesensor aan op het moederbord. 3. Plaats de kap. 4.
5. Koppel de kabels los op het I/O-paneel los te maken. 6. Verwijder de schroeven waarmee het I/O-paneel aan het chassi is bevestigd. 7. Verwijder het I/O-paneel uit het chassis.
Het I/O-paneel plaatsen 1. Plaats het I/O-paneel terug in de daarvoor bestemde sleuf. 2. Draai de schroeven aan waarmee het I/O-paneel aan het chassis wordt bevestigd. 3. Sluit de kabels aan op het I/O-paneel. 4. Schuif de USB 3.0-module in de daarvoor bestemde sleuf. 5. Draai de schroeven aan waarmee de USB 3.0-module aan het I/O-paneel is bevestigd. 6. Plaats: a. montagekader vooraan b. kapje 7. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
a. optisch station b. behuizing 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het geheugen verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. kapje b. luchttunnel (indien beschikbaar) 3. Druk de vergrendelingsklemmetjes van het geheugen op beide zijden van de geheugenmodule omlaag en til de geheugenmodule omhoog om deze uit de computer te verwijderen. Het geheugen plaatsen 1. Plaats de geheugenkaart in de geheugenhouder. 2.
3. Plaats: a. kapje b. luchttunnel (indien beschikbaar) 4. Volg de procedures in Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.. De warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder de kabel van de warmteafleider uit het moederbord. 4. Maak de geborgde schroeven los waarmee de warmteafleider aan het moederbord is bevestigd. 5. Pak de warmteafleider vast en til deze uit de computer.
De warmteafleider plaatsen 1. Plaats de warmteafleider in de computer. 2. Draai de geborgde schroeven vast om de warmteafleider aan het moederbord te bevestigen. 3. Sluit de kabel van de warmteafleider aan op het moederbord. 4. Plaats de kap. 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De ventilator van de warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. kapje b. warmteafleider 3.
De ventilator van de warmteafleider plaatsen 1. Schuif de ventilator van de warmteafleider in de warmteafleidereenheid. 2. Sluit de doorvoertules aan om de ventilator van de warmteafleider aan de warmteafleidereenheid te bevestigen. 3. Plaats: a. warmteafleider b. kapje 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De processor verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. kapje b.
4. Herhaal de bovenstaande stappen om de tweede processor (indien beschikbaar) uit de computer te verwijderen. Raadpleeg het hoofdstuk Componenten van het moederbord om te controleren of uw computer sleuven heeft voor twee dual processoren. De processor plaatsen 1. Plaats de processor in de socket. 2. Plaats de computerkap terug. OPMERKING: De afdekplaat van de processor is vergrendeld met twee hendeltjes.
4. Verwijder de schroef waarmee de metalen plaat aan de systeemventilator vastzit. 5. Druk op de vergrendelingen aan beide kanten van de metalen plaat om deze los te maken. 6. Til de metalen plaat van de systeemkast.
7. Verwijder de schroeven waarmee de behuizing van het station vastzit. 8. Schuif de vergrendeling naar buiten om de luchtgeleidingsplaat te ontgrendelen. 9. Verwijder de luchtgeleidingsplaat uit de computer. 10. Verwijder de PSU-kabel uit de klemmen.
11. Koppel de kabels van de systeemventilator los van het moederbord. 12. Verwijder de schroeven waarmee de systeemventilator aan het chassis is bevestigd. 13. Til de systeemventilatoreenheid uit het chassis. 14. Wrik de doorvoertules open om de systeemventilatoren uit de systeemventilatoreenheid te verwijderen.
WAARSCHUWING: Door te veel kracht te gebruiken, kunt u de ogen beschadigen. 15. Verwijder de systeemventilatoren uit de systeemventilatoreenheid. De systeemventilator plaatsen 1. Plaats de systeemventilatoren in de systeemventilatoreenheid en bevestig de doorvoertules. 2. Plaats de systeemventilatoreenheid in het chassis. 3. Plaats de schroeven waarmee de systeemventilatoreenheid aan het chassis wordt bevestigd. 4. Sluit de kabels van de systeemventilator aan op de connectoren op het moederbord. 5.
De PSU-kaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken. 2. Verwijder de kap. 3. Schuif de afdekplaat van de luchtgeleidingsplaat uit de sleuf naar de voorzijde. 4. Verwijder de afdekplaat van de luchtgeleidingsplaat uit de computer. 5. Koppel de stroomkabels los van het moederbord. 6. Verwijder de schroeven waarmee de PSU-kaart in de sleuf is geplaatst.
7. Verwijder de PSU-kaart uit de computer. De PSU-kaart plaatsen 1. Plaats de PSU-kaart in de sleuf. 2. Draai de schroeven aan om de PSU-kaart in de sleuf vast te zetten. 3. Sluit de stroomkabels aan op de connectoren op het moederbord. 4. Plaats de afdekplaat van de luchtgeleidingsplaat terug in de sleuf. 5. Plaats de kap. 6. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De luidspreker verwijderen 1.
4. Druk op het klemmetje en til de luidspreker omhoog en verwijder hem. De luidspreker installeren 1. Plaats de luidsprekers terug en maak de klem vast. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord. 3. Installeer de kap. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
4. Koppel de kabels los die zijn aangesloten op het moederbord. 5. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord vastzit. 6. Schuif het moederbord in de richting van de systeemventilatoreenheid.
7. Til het moederbord uit het chassis. Het moederbord plaatsen 1. Lijn het meoderbord uit met de poortconnectoren aan de achterkant van het chassis en plaats het moederbord in het chassis. 2. Draai de schroeven vast waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd. 3. Sluit de kabels op het moederbord aan. 4. Plaats: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m.
n. kapje o. voeding 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. Onderdelen van het moederbord De onderstaande afbeelding toont de componenten van het moederbord. 1. 3. 5. 7. 9. PCI-sleuf (sleuf 6) PCIe x16 sleuf PCIe x16 sleuf USB 3.0-connector op voorpaneel DIMM-sleuven (alleen beschikbaar wanneer optionele tweede processor is geïnstalleerd) 11. processorsocket 2. 4. 6. 8. 10.
3 Extra informatie Dit hoofdstuk bevat informatie voor de extra functies op uw computer. Onderwerpen: • • Richtlijnen voor de geheugenmodule PSU-vergrendeling (voeding) Richtlijnen voor de geheugenmodule Neem voor maximale prestaties van de computer de volgende richtlijnen in acht bij het configureren van het systeemgeheugen. • • • • Geheugenmodules van verschillende uitvoeringen kunnen worden gecombineerd (bijvoorbeeld 2 GB en 4 GB), maar alle bezette kanalen moeten identiek geconfigureerd zijn.
4 Installatie van het systeem Met systeeminstallatie kunt u de hardware van uw computer beheren en de opties voor het BIOS‐niveau opgeven.
Tabel 1. Navigatietoetsen (vervolg) Toetsen Navigatie Spatiebalk Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing). Gaat naar het focusveld. OPMERKING: Alleen voor de standaard grafische browser. Gaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm bekijkt. Door in het hoofdscherm op te drukken, verschijnt een melding om de niet opgeslagen wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
Tabel 3. Systeemconfiguratie (vervolg) Optie Beschrijving Integrated NIC 2 Hiermee kunt u de ingebouwde LAN-controller beheren. De opties zijn: • • Enable (Inschakelen) (standaardinstelling) Enable w/PXE (Inschakelen met PXE) OPMERKING: Deze funcit wordt alleen op de T7610 ondersteund. Serial Port Hier worden de instellingen van de seriële poort opgegeven en gedefinieerd.
Tabel 3. Systeemconfiguratie (vervolg) Optie Beschrijving USB Configuration Hiermee kunt u de interne USB-configuratie in- of uitschakelen. De opties zijn: • • • • • PCI Bus Configuration Enable Boot Support (Opstartondersteuning inschakelen) Front USB Ports (USB-poorten voorzijde) Back Quad USB Ports (Vier USB-poorten op achterzijde) Enable internal USB ports (Interne USB-poorten inschakelen) USB3 Ports (USB3-poorten) Hiermee kunt u de PCI-bussen configureren.
Tabel 5. Security (Beveiliging) (vervolg) Optie Beschrijving Password Change Hiermee kunt u de wachtwoorden voor het systeem wijzigen wanneer het beheerderswachtwoord is ingesteld. Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen op nietbeheerderswachtwoorden toestaan) is geselecteerd TPM Security Hiermee kunt u de Trusted Platform Module (TPM) tijdens POST inschakelen. Standaardinstelling: The option is disabled (De optie is uitgeschakeld).
Tabel 7. Prestaties (vervolg) Optie Beschrijving • • • • 6 7 8 9 OPMERKING: • • Intel SpeedStep De getoonde opties kunnen verschillen op basis van de geplaatste processor(en). De opties zijn afhankelijk van het aantal kernen dat wordt ondersteund door de geplaatste processor (All, 1, 2, N-1 voor N-Core processoren) Hiermee kunt u de functie Intel SpeedStep in- of uitschakelen.
Tabel 8. Energiebeheer (vervolg) Optie Beschrijving • • USB Wake Support Medium Laag Hiermee kunt USB-apparaten inschakelen zodat het systeem in de stand-bymodus weer wordt ingeschakeld. Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld) Wake on LAN Met deze optie kan de computer opstarten vanuit de uit-stand wanneer hij door een speciaal LAN-signaal wordt getriggerd. Inschakelen vanuit stand-by wordt niet beïnvloed door deze instelling en moet worden ingeschakeld in het besturingssysteem.
Tabel 11. Maintenance (Onderhoud) (vervolg) Optie Beschrijving Asset Tag Hier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld. Deze optie is standaard niet ingesteld. SERR Messages Hiermee wordt het SERR-meldingsmechanisme ingesteld. Deze optie is standaard uitgeschakeld. Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERR-meldingsmechanisme is uitgeschakeld. Tabel 12.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de gegevens in uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt achtergelaten. OPMERKING: De wachtwoordfunctie is bij levering van uw computer uitgeschakeld. Een wachtwoord aan het systeem en de installatie toekennen U kunt een nieuw Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord toewijzen, of een bestaand Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord alleen wijzigen wanneer WachtwoordstatusOntgrendeld is.
5. Druk op waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan. 6. Druk op om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten. Hierna wordt de computer opnieuw opgestart. Een systeemwachtwoord uitschakelen De softwarebeveiligingsfuncties van het systeem omvatten een systeemwachtwoord en een setupwachtwoord. Door middel van de wachtwoordjumper worden alle wachtwoorden uitgeschakeld die op dat moment in gebruik zijn. Er zijn 2–pins voor de PSWD-jumper.
5 Diagnostiek Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
6 Problemen oplossen Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden. Onderwerpen: • • Diagnostische ledlampjes Foutmeldingen Diagnostische ledlampjes OPMERKING: De diagnostische ledlampjes dienen slechts als voortgangsindicator tijdens het POST-proces. Deze lampjes geven niet het probleem aan dat er de oorzaak van is dat het POST-proces stopt.
Tabel 13. Patronen POST diagnostische ledlampjes (vervolg) Er is mogelijk een fout opgetreden met een grafische kaart. • Er is mogelijk een fout in de vaste schijf opgetreden. • Sluit alle stroom- en datakabels opnieuw aan. Er heeft zich mogelijk een USBfout voorgedaan. • Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle kabelverbindingen. Er zijn geen geheugenmodules gedetecteerd.
Tabel 13. Patronen POST diagnostische ledlampjes (vervolg) levering van het besturingssysteem is voltooid, gaan de ledlampjes uit. Foutmeldingen Er zijn drie soorten foutmeldingen van het BIOS die worden weergegeven afhankelijk van de ernst van het probleem. Deze zijn: Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt Deze foutmeldingen stoppen de computer waardoor u de stroom van het systeem moet wisselen. De volgende tabel bevat de foutmeldingen. Tabel 14.
Tabel 16. — Fouten die een "soft halt" van uw computer veroorzaken (vervolg) Foutmelding Alert! Chipset heat sink not detected. (Alarm! Chipset warmteafleider niet gedetecteerd.) Alert! Hard Drive fan1 failure. (Alarm! Storing van ventilator 1 van vaste schijf.) Alert! Hard Drive fan2 failure. (Alarm! Storing van ventilator 2 van vaste schijf.) Alert! Hard Drive fan3 failure. (Alarm! Storing van ventilator 3 van vaste schijf.) Alert! CPU 0 fan failure. (Alarm! Storing van ventilator van CPU 0.
7 Technische specificaties OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die volgens de wet bij uw computer moeten worden geleverd. Ga voor uitgebreide specificaties van uw computer naar Specificaties’ in uw Gebruikershandleiding die beschikbaar is via de ondersteuningssite op dell.com/support.
Tabel 20. Video Functie Specificatie Los (PCIe 3.0/2.0 x16) T3610/T5610 max. 2 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 300 W) T7610 max. 4 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 600 W) Tabel 21. Audio Functie Specificatie Geïntegreerd Realtek ALC3220 audio codec Tabel 22. Netwerk Functie Specificatie T3610/T5610 Intel 82759 T7610 Intel 82759 en Intel 82754 Tabel 23. Uitbreidingsinterfaces Functie Specificatie PCI SLOT1 PCI Express 3.0 x8, 8 GB/s SLOT2 PCI Express 3.
Tabel 24.
Tabel 26.
Tabel 27. Schakelaars en lampjes (vervolg) Functie Specificatie ononderbroken oranje lampje: de computer start niet op; dit geeft aan dat er een probleem is met het moederbord of de voedingseenheid. knipperend oranje lampje: dit geeft een probleem met het moederbord aan. lampje schijfactiviteit wit lampje: een knipperend wit lampje geeft aan dat de computer gegevens leest van de harde schijf of gegevens schrijft naar de harde schijf.
Tabel 29. Fysiek (vervolg) Functie Specificatie T3610/T5610 Breedte 172,60 mm (6,79 inches) Diepte 471,00 mm (18,54 inches) Gewicht (minimum): 14,00 kg (30,86 lb) / 13,2 kg (29,10 lb) Hoogte (met pootjes) 433,40 mm (17,06 inches) Hoogte (zonder pootjes) 430,50 mm (16,95 inches) Breedte 216,00 mm (8,51 inches) Diepte 525,00 mm (20,67 inches) Gewicht (minimum) 16,90 kg (37,26 lb) T7610 Tabel 30.
8 Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de klantenservice: 1. Ga naar dell.