Dell Precision werkstation R7610 Gebruiksaanwijzing Regelgevingsmodel: E15S Regelgevingstype: E15S002
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. © 2013 Dell Inc.
Inhoudsopgave Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen..................................................2 1 Aan de computer werken..........................................................................................................7 Voordat u in de computer gaat werken....................................................................................................................7 Aanbevolen hulpmiddelen.....................................................................................
18 De koelmantel plaatsen .........................................................................................................43 19 De SAS Backplane (Serial attached SCSI, serieel aangesloten SCSI) verwijderen...45 20 De SAS Backplane (Serial attached SCSI, serieel aangesloten SCSI) plaatsen.........47 21 De voorzijde van het chassis verwijderen..........................................................................49 22 De voorzijde van het chassis plaatsen...........................................
40 De hostkaart voor toegang op afstand plaatsen................................................................89 41 De SAS-controllerkaart verwijderen...................................................................................91 42 De SAS-controllerkaart plaatsen.........................................................................................93 43 Het moederbord verwijderen................................................................................................
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact. 5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden. 6. Verwijder de kap. WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt. 1. Plaats de kap terug. WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer. 2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer. 3.
Overzicht van de systeemkast 2 De onderstaande afbeelding toont het binnenaanzicht van de computer nadat het montagekader vooraan en de kap zijn verwijderd. De numerieke bijschriften tonen de namen en de lay-out van de componenten in de computer. 1. bedieningspaneel 2. plastic kap 3. koelmantel 4. ventilatorbracket 5. systeemventilatoren 6. eenheid voor stroomdistributie 7. middelste kooi voor uitbreidingskaarten 8. buitenste kooi voor uitbreidingskaarten 9. knoopbatterij 10. SAS-backplane 11.
3 Het montagekader aan de voorkant verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Maak het montagekader vooraan los met de bijgeleverde sleutel. a) Til het vergrendellipje van het montagekader en trek het montagekader van de computer af.
Het montagekader vooraan plaatsen 1. Plaats het montagekader vooraan in de betreffende sleuf in een neerwaartse richting en druk het naar de computer. 2. Maak het ontgrendellipje vast. 3. Maak het montagekader vooraan vast met de bijgeleverde sleutel. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De kap verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. Draai de vergrendeling naar links, naar de niet-geblokkeerde positie. – 5 montagekader vooraan a) Haal het vergrendeling omhoog en schuif de kap naar de achterzijde van de computer. 4. Til de achterplaat van de computer.
De kap plaatsen 1. Plaats de kap op de computer en druk hem omlaag totdat hij vastklikt. 2. Druk de vergrendeling omlaag. 3. Plaats het montagekader vooraan. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De voeding verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Druk het oranje lipje naar de vergrendeling en houd hem zo. Trek de voeding weg van de computer.
De voeding plaatsen 1. Plaats de voeding in de computer totdat deze vastklikt. 2. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De vaste-schijfhouder verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder het montagekader aan de voorkant. 3. Druk de vergrendelknop van de vaste-schijfhouder in. 9 a) Trek de handgreep van de vaste-schijfhouder open. b) Schuif de vaste schijf uit het stationcompartiment.
De vaste-schijfhouder plaatsen 1. Plaats de vaste schijf in het stationcompartiment. 2. Druk de handgreep van de vaste-schijfhouder in totdat deze vastklikt. 3. Plaats het montagekader vooraan. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De vaste schijf verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – vaste-schijfhouder 11 Verwijder de schroeven waarmee de vaste-schijfhouder aan de vaste schijf is bevestigd. a) Schuif de vaste schijf uit de stationkooi.
De vaste schijf plaatsen 1. Plaats de vaste schijf in de vaste-schijfhouder. 2. Draai de schroeven vast waarmee de vaste schijf is bevestigd op beide zijden van de vaste-schijfhouder. 3. Plaats: 4. – vaste-schijfhouder – montagekader vooraan 12 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het bedieningspaneel verwijderen 13 WAARSCHUWING: Er zijn twee verschillende torxschroevendraaiers nodig voor de (de)montage van het bedieningspaneel: een T10 en een T8. 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje Verwijder de torxschroef waarmee de bedieningspaneel is bevestigd. a) Koppel de kabels van het bedieningspaneel los. b) Verwijder de schroeven waarmee de bedieningspaneelkaart wordt bevestigd.
Het bedieningspaneel plaatsen 1. Sluit de kabels van het bedieningspaneel aan. 2. Plaats de schroeven waarmee het bedieningspaneel wordt bevestigd. 3. Plaats de torxschroef terug waarmee het bedieningspaneel wordt bevestigd. 4. Plaats: 5. – kapje – montagekader vooraan. 14 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje – koelmantel 15 Druk het blauwe vergrendellipje in de aangegeven richting en verwijder het plastic kapje. a) Maak het plastic kapje los uit de scharnieren die het aan de andere zijde vastzetten en verwijder het kapje van de computer. 4. Koppel de stroom- en gegevenskabels los van het optische station.
Het optische station plaatsen 16 1. Plaats het optische station in het stationcompartiment. 2. Sluit de stroom- en gegevenskabels aan. 3. Plaats het plastic kapje door de lipjes aan de ene zijde te bevestigen aan de metalen scharnieren en door de andere zijde omlaag te drukken totdat het kapje vastklikt. 4. Plaats: 5. – koelmantel – kapje – montagekader vooraan Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De koelmantel verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje 17 Til de koelmantel recht omhoog en van het moederbord weg.
De koelmantel plaatsen 1. Plaats de koelmantel vóór de systeemventilatoren op het moederbord. 2. Plaats: 3. – kapje – montagekader vooraan 18 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
19 De SAS Backplane (Serial attached SCSI, serieel aangesloten SCSI) verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: – montagekader vooraan – kapje – koelmantel – optisch station – vaste-schijfhouder – vaste-schijfeenheid 3. Koppel alle SAS-kabels los door de betreffende vergrendellipjes in te drukken. 4.
20 De SAS Backplane (Serial attached SCSI, serieel aangesloten SCSI) plaatsen 1. Druk de blauwe vergrendellipjes in en plaats de backplane samen met de vaste-schijfeenheid in de sleuf op het moederbord. 2. Sluit de SAS-kabels aan. 3. Plaats: 4. – vaste-schijfeenheid – vaste-schijfhouder – optisch station – koelmantel – kapje – montagekader vooraan Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De voorzijde van het chassis verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje – koelmantel 21 Druk de twee vergrendellipjes naar binnen en schuif de voorzijde van het chassis naar de voorzijde van de computer.
De voorzijde van het chassis plaatsen 1. Schuif de voorzijde van het chassis in de richting van de achterkant van de computer totdat deze vastklikt. 2. Plaats: 3. – koelmantel – kapje – montagekader vooraan 22 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De ventilatorbracket verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – kapje – koelmantel 23 Trek beide ontgrendellipjes gelijktijdig omhoog om de ventilatorbracket los te maken. a) Til de ventilatorbracket omhoog en verwijder deze uit de computer.
De ventilatorbracket plaatsen 1. Plaats de ventilatorbracket in de computer. 2. Zorg dat er zich geen kabels op de ventilatorconnectoren bevinden. 3. Druk beide ontgrendellipjes gelijktijdig omlaag om de bracket vast te maken. 4. Plaats: 5. – koelmantel – kapje 24 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De systeemventilatoren verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – kapje – voorzijde van het chassis 25 Druk op de vergrendellipje en til de ventilator uit de systeemventilatoreenheid. a) Herhaal de bovenstaande stap om de resterende systeemventilatoren uit de eenheid te verwijderen.
De systeemventilatoren plaatsen 1. Plaats de ventilator in de systeemventilatoreenheid totdat hij vastklikt. 2. Herhaal de bovenstaande stap om de resterende systeemventilatoren in de eenheid te plaatsen. 3. Plaats: 4. – voorzijde van het chassis – kapje 26 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De knoopbatterij verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje – koelmantel – ventilatorbracket 27 Duw de ontgrendeling weg van de batterij zodat deze loskomt uit de houder. Til de knoopbatterij uit de computer.
De knoopbatterij installeren 1. Plaats de knoopbatterij in de sleuf op het moederbord. 2. Druk de knoopbatterij omlaag totdat het ontgrendellipje terug op zijn plaats veert en de batterij vastzet. 3. Plaats: 4. – ventilatorbracket – koelmantel – kapje – montagekader vooraan 28 Volg de procedures in Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht..
Het geheugen verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje – koelmantel – voorzijde van het chassis – ventilatorbracket 29 Druk de vergrendelingsklemmetjes van het geheugen op beide zijden van de geheugenmodule omlaag en til de geheugenmodule omhoog om deze uit de computer te verwijderen.
Het geheugen installeren 1. Plaats de geheugenkaart in de geheugenhouder. 2. Druk de geheugenmodule omlaag totdat de vergrendelingsklemmetjes het geheugen vastzetten. 3. Plaats: 4. – ventilatorbracket – voorzijde van het chassis – koelmantel – kapje – montagekader vooraan 30 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: – montagekader vooraan – kapje – koelmantel – ventilatorbracket 31 3. Schuif de voorzijde van het chassis naar voren. 4. Draai de geborgde schroeven op de warmteafleider los. Het wordt aanbevolen te beginnen met het losdraaien van de diagonale schroeven om te vermijden dat één zijde van de warmteafleider omhoog komt tijdens het verwijderen.
De warmteafleider plaatsen 1. Plaats de warmteafleider over de processor op het moederbord. 2. Draai de diagonale geborgde schroeven op de warmteafleider aan. 3. Plaats: 4. – ventilatorbracket – voorzijde van het chassis – koelmantel – kapje – montagekader vooraan 32 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De processor verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: – – – – – – 3. 33 montagekader vooraan kapje koelmantel voorzijde van het chassis ventilatorbracket warmteafleider De processor verwijderen: OPMERKING: De afdekplaat van de processor is vergrendeld met twee hendeltjes. Deze zijn voorzien van pictogrammen waarmee wordt aangegeven welk hendeltje als eerste moet worden geopend en welk hendeltje als eerste moet worden gesloten.
4. Herhaal de bovenstaande stappen om de tweede processor (indien beschikbaar) uit de computer te verwijderen. Raadpleeg het hoofdstuk Componenten van het moederbord om te controleren of uw computer sleuven heeft voor twee dual processoren.
De processor installeren 1. Plaats de processor in de socket. 2. Plaats de computerkap terug. 34 OPMERKING: De afdekplaat van de processor is vergrendeld met twee hendeltjes. Deze zijn voorzien van pictogrammen waarmee wordt aangegeven welk hendeltje als eerste moet worden geopend en welk hendeltje als eerste moet worden gesloten. 3. Schuif het eerste hendeltje opzij in het retentiehaakje om de processor vast te zetten. 4. Herhaal stap '3' om het tweede hendeltje om het retentiehaakje te schuiven.
De kooien voor de uitbreidingskaarten verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: – montagekader vooraan – kapje 3. Verwijder de stroomkabels uit de metalen klemmen. 4. Til de buitenste kooi voor uitbreidingskaarten omhoog en draai deze om.
5. Koppel alle kabels die naar de buitenste kooi voor uitbreidingskaarten gaan los en til de kooi uit de computer. 6. Koppel alle kabels los die naar de middelste kooi voor uitbreidingskaarten gaan.
7. Til de middelste kooi voor uitbreidingskaarten omhoog en verwijder deze uit de computer.
De kooien voor uitbreidingskaarten plaatsen 1. Sluit de kabels aan die naar de middelste kooi voor uitbreidingskaarten gaan. 2. Plaats de middelste kooi voor uitbreidingskaarten in de computer. 3. Sluit de kabels aan die naar de buitenste kooi voor uitbreidingskaarten gaan. 4. Plaats de buitenste kooi voor uitbreidingskaarten in de computer. 5. Maak de kabels die naar de kooi voor uitbreidingskaarten gaan, vast. 6. Plaats: 7.
37 De eenheid voor stroomdistributie verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: – montagekader vooraan – kapje – koelmantel – voeding – systeemventilatoren – ventilatorbracket 3. Schuif de voorzijde van het chassis naar voren. 4. Koppel de stroomconnector van het optische station en de connector van de SAS backplane los door de inkeping op elke afzonderlijke connector in te drukken en deze naar buiten te trekken. 5.
6. Maak alle kabels los uit de geleiders. 7. Verwijder de schroeven waarmee de eenheid voor de stroomdistributie zijn bevestigd. a) Til de eenheid voor de stroomdistributie omhoog en verwijder deze uit de computer.
38 De eenheid voor de stroomdistributie plaatsen 1. Plaats de eenheid voor de stroomdistributie op de computer. 2. Plaats de schroeven waarmee de eenheid voor de stroomdistributie wordt bevestigd. 3. Plaats alle stroomkabels in de geleiders. 4. Sluit de stroomconnectoren van de CPU 1, CPU 2, SAS-backplane en optische stations aan. 5. Schuif de voorzijde van het chassis naar de oorspronkelijke positie. 6. Plaats: 7.
De hostkaart voor toegang op afstand verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: – montagekader vooraan – kapje – kooien voor de uitbreidingskaarten 39 3. Verwijder alle kaarten uit de riserkaartbehuizing. 4. Til het vergrendelipje omhoog en schuif de opstaande kaart naar rechts om deze uit de computer te verwijderen.
40 De hostkaart voor toegang op afstand plaatsen 1. Plaats de hostkaart voor toegang op afstand in de betreffende sleuf. 2. Plaats: 3. – kooien voor de uitbreidingskaarten – kapje – montagekader vooraan Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De SAS-controllerkaart verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje – kooien voor de uitbreidingskaarten – hostkaart voor toegang op afstand 41 Verwijder de schroeven waarmee de SAS-controllerkaart is bevestigd en verwijder de kaart uit de computer.
De SAS-controllerkaart plaatsen 1. Plaats de schroeven waarmee de SAS-controllerkaart wordt bevestigd. 2. Plaats: 3. – hostkaart voor toegang op afstand – kooien voor de uitbreidingskaarten – kapje – montagekader vooraan 42 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: 3. – montagekader vooraan – kapje – koelmantel – warmteafleider – processor – geheugen – voorzijde van het chassis – voeding – ventilatorbracket – kooien voor de uitbreidingskaarten – eenheid voor stroomdistributie 43 Til het blauwe vergrendellipje omhoog, schuif het moederbord naar voren in de aangegeven richting en verwijder het moederbord uit de computer.
Het moederbord installeren 1. Plaats het moederbord op het chassis. 2. Schuif het moederbord naar de achterzijde van de computer. 3. Druk op het blauwe vergrendellipje. 4. Plaats: 5. – eenheid voor stroomdistributie – kooien voor de uitbreidingskaarten – ventilatorbracket – geheugen – processor – warmteafleider – voorzijde van het chassis – koelmantel – kapje – montagekader vooraan 44 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Onderdelen van het moederbord 45 De onderstaande afbeelding toont de componenten van het moederbord. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. DIMM-sleuven Systeemventilatorconnectoren Voorpaneelconnector Stroomconnector voor het CPU 2-geheugen Connector van de eenheid voor de stroomdistributie 24-pins stroomconnector USB-connector voorzijde I/O-riserbus SAS-connectoren PCIe G2 S7-busconnector I/O-riserbus 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
46 Problemen oplossen Diagnostische ledlampjes OPMERKING: De controlelampjes dienen slechts als voortgangsindicator tijdens het POST-proces. Deze lampjes geven niet het probleem aan dat er de oorzaak van is dat het POST-proces stopt. De diagnostische ledlampjes bevinden zich aan de voorzijde van het chassis, naast de aan-uitknop. Deze diagnostische ledlampjes zijn alleen actief en zichtbaar tijdens het POST-proces.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aanuitknop • • een stopcontact zijn aangesloten en zijn ingeschakeld. Controleer de stroomvoorziening van het stopcontact door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten. Controleer of het netsnoer en de kabel van het bedieningspaneel goed zijn aangesloten op het moederbord. Er is mogelijk een fout in het Koppel de computer los. moederbord opgetreden.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aanuitknop • • Er zijn geheugenmodules gedetecteerd, maar er heeft zich een fout voorgedaan in de voeding van het geheugen. • • ls het led-lampje nog steeds niet brandt, koppelt u de PSU-verbindingen van het moederbord los en houdt u de stroomtoevoerknop ingedrukt. Als het lampje gaat branden, is er mogelijk een probleem met het moederbord.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aanuitknop Er is mogelijk een fout van Vervang de CPU door een het CPU en het moederbord CPU waarvan u weet dat opgetreden. deze goed werkt. Als de computer nog steeds niet wil opstarten, controleert u de CPU-socket op beschadigingen. BIOS is mogelijk beschadigd of ontbreekt. De computerhardware functioneert normaal, maar de BIOS is mogelijk beschadigd of ontbreekt.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Er is mogelijk een fout in de knoopcelbatterij opgetreden. Haal de knoopcelbatterij een minuut uit het systeem, plaats deze weer terug en start de computer opnieuw op. De computer is ingeschakeld. De diagnostische lampjes branden niet nadat de computer vanaf het besturingssysteem is opgestart. Ga na of het beeldscherm is aangesloten en of het aan staat.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aanuitknop • Er is mogelijk een fout in de vaste schijf opgetreden. Sluit alle stroom- en datakabels opnieuw aan. Er heeft zich mogelijk een USB-fout voorgedaan. Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle kabelverbindingen. Er zijn geen geheugenmodules gedetecteerd.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aanuitknop Er is mogelijk een probleem bij een uitbreidingskaart opgetreden. • • • Er is mogelijk een probleem met een moederbordbron en/of hardware opgetreden. • • • Er is een andere fout opgetreden. • • Ga na of er een conflict bestaat door een uitbreidingskaart (geen grafische kaart) te verwijderen en de computer opnieuw te starten (zie ).
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Omschrijving van het probleem Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aanuitknop • • goed op het moederbord zijn aangesloten. Als er een foutbericht op het scherm verschijnt over een probleem met een apparaat (zoals de diskette of harde schijf), gaat u na of het apparaat goed functioneert.
• Alert! Card-cage fan failure. (Waarschuwing! Fout van de behuizing van de kaartventilator.) • Alert! CPU 0 fan failure. (Alarm! Storing van ventilator van CPU 0.) • Alert! Chipset heat sink not detected. (Alarm! Chipset warmteafleider niet gedetecteerd.) • Alert! Operating in debug mode. Please populate memory in pairs for normal operation. (Waarschuwing! Werkt in de foutopsporingsmodus. Plaats het geheugen in paren voor een normale werking.) • Alert! Power supply fan failure.
47 Specificaties OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die wettelijk verplicht moeten worden meegeleverd bij de computer. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer klikt u op Start → Help en ondersteuning en selecteert u de optie om informatie over uw computer weer te geven. Tabel 1.
Tabel 5. Audio Audio Specificatie Geïntegreerd Realtek ALC3220 audio codec Tabel 6. Netwerk Netwerk Specificatie Geïntegreerd Intel 82579 en Intel 82574 Ethernet-controllers Tabel 7. Uitbreidingsbus Uitbreidingsbus Specificatie Bustype PCI Express 3.0 PCI Express 2.0 PCI 2.3 (optioneel) SAS USB 2.0 SATA 3 Bussnelheid: PCI: 133 MB/s PCI Express: • • • • PCIe 3.0 x16 sleuven bidirectionele snelheid16 GB/s PCIe 3.0 x8 sleuven bidirectionele snelheid- 8 GB/s PCIe 3.
Kaartsleuven Specificatie Sleuf 5 PCI Express 3.0 x8/x16 elektrisch/mechanisch, volledige hoogte, volledige lengte Sleuf 6 PCI Express 3.0 x16 elektrisch en mechanisch, volledige hoogte, volledige lengte Middelste opstaande kaart Optie 2: Sleuf 5 PCI 32b, 5V, volle hoogte, volle lengte Sleuf 6 PCI Express 3.0 x16 elektrisch en mechanisch, volledige hoogte, volledige lengte Achter IO: Sleuf 7 PCI Express 2.0 x4/x16 elektrisch/mechanisch, volledige hoogte, volledige lengte Tabel 9.
Interne connectoren Specificatie Voorpaneelbesturing één 28-pins connector Systeemventilatoren zes 4-pins connectoren Hostkaart bediening op afstand één 2-pins connector Stroom CPU/Geheugen vier 4-pins connectoren Geheugen twaalf 240-pins connectoren (DDR3) Achter IO: PCI Express één 98-pins connector (x8) Opstaande kaarten: Buitenste opstaande kaart PCI Express drie 164-pins connectoren (x16) Middelste opstaande kaart Optie 1: PCI Express twee 164-pins connectoren (x16) Middelste opstaand
Schakelaars en lampjes Specificatie Lampjes voor de integriteit van de netwerkverbinding (voorzijde): blauw lampje: er is een goede verbinding tussen het netwerk en de computer. uit (lampje brandt niet): dit geeft aan dat de computer geen fysieke verbinding met het netwerk detecteert. Lampjes voor de integriteit van de netwerkverbinding (achterzijde): groen lampje: er is een goede 10 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer.
Fysiek Specificatie zonder montagekader 19,06 kg (41,92 lb) Tabel 15.
48 Systeeminstellingen Opstartmenu Net als eerdere werkstationplatforms heeft deze computer een eenmalig opstartmenu. Deze functie geeft gebruikers een snel en eenvoudig mechanisme om de in de System Setup-gedefineerde apparaatopstartvolgorde te omzeilen en een bepaald apparaat direct op te starten (bijvoorbeeld: diskette, cd-rom of vaste schijf).
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) Vooraf geïnstalleerde platforms hebben 32-bit systeemdiagnostiek op de geïnstalleerde partitie met hulpprogramma's. Open deze diagnoseprogramma's door op te drukken tijdens het opstarten van het syteem en selecteer Diagnostics (Diagnostiek). Nadat u op de toets hebt gedrukt, worden de betreffende modules geladen en de systeemanalyse wordt uitgevoerd. Als deze analyse slaagt, verschijnt het standaardhoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
General (Algemeen) • Slot Information (Sleufinformatie): toont SLOT1 (Sleuf1), SLOT1 (Sleuf1), SLOT2 (Sleuf2), SLOT3 (Sleuf3), SLOT4 (Sleuf4), SLOT5 (Sleuf5), SLOT6 (Sleuf6) en SLOT7 (Sleuf7). Date/Time Geeft de huidige datum- en tijdinstellingen weer. Wijzigingen van de systeemdatum en -tijd worden direct uitgevoerd. Boot Sequence De volgorde waarin de computer naar een besturingssysteem zoekt op de apparaten die zijn opgegeven in de lijst.
Systeemconfiguratie • • • Serial Port #1 Bepaalt hoe de ingebouwde seriële poort werkt. • • • • Miscellaneous Devices Disable (Uitschakelen) Enable (Inschakelen) (standaardinstelling) No boot (Niet opstarten) Disable (Uitschakelen) Auto (Automatisch, standaardinstelling) COM1 COM3 Schakelt verschillende systeemapparaten in of uit.
Performance Adjacent Cache Line Prefetch Wanneer deze optie is ingeschakeld, haalt de processor de huidige en daaropvolgende cacheregel op. Enable Adjacent Cache Line Prefetch (Adjacent Cache Line Prefetch inschakelen): standaard Ingeschakeld Limit CPUID Value Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de maximumwaarde beperkt die door de Standard CPUID Function van de processor wordt ondersteund. Enable CPUID Technology (CPUID-technologie inschakelen): standaard Uitgeschakeld.
Beveiliging TPM Security (TPM-beveiliging, standaard Uitgeschakeld) Wanneer de optie is ingeschakeld, kan de gebruiker kiezen uit de volgende drie opties: • • • CPU XD Support Deactivate (Deactiveren) Activate (Activeren) Clear (Wissen) Hiermee schakelt u de modus Execute Disable van de processor in of uit.
Energiebeheer OPMERKING: Deze functie werkt niet als u uw computer uitschakelt met de schakelaar op een stekkerdoos of een piekbeveiliger of als Auto Power (Automatisch inschakelen) is ingesteld op Disabled (Uitgeschakeld). Deep Sleep Mode Bepaalt hoe aggressief de computer is bij het besparen van energie wanneer hij wordt afgesloten of in de slaapstand staat.
POST Behavior (POST-gedrag) Enable PCOIP BIOS Access (Toegang PCOIP BIOS): standaard Ingeschakeld System Logs BIOS Events Hiermee wordt het systeemlogboek weergegeven en beschikt u over de volgende mogelijkheden: • • 124 Clear Log Mark all Entries (Alle gebeurtenissen markeren)
Contact opnemen met Dell 49 Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.