Service Manual
Table Of Contents
- Dell Edge Gateway Onderhoudshandleiding
- Voorafgaand aan werkzaamheden in uw Edge Gateway
- Na de werkzaamheden in uw Edge Gateway
- Het voorpaneel verwijderen
- Het voorpaneel terugplaatsen
- De antennekabelbeugel verwijderen
- De antennekabelbeugel terugplaatsen
- De GPS-bracket verwijderen
- De GPS-bracket vervangen
- De WLAN-kabel verwijderen
- De WLAN-kabel terugplaatsen
- De rechter-I/O-afdekplaat verwijderen
- De rechter-I/O-afdekplaat terugplaatsen
- De knoopbatterij verwijderen
- De knoopbatterij vervangen.
- De linker-I/O-bracket verwijderen
- De linker-I/O-bracket terugplaatsen
- De lens van het statuslampje verwijderen
- De lens van het statuslampje terugplaatsen
- De rechter-I/O-bracket verwijderen
- De rechter-I/O-bracket terugplaatsen
- De ZigBee-kabel verwijderen
- De ZigBee-kabel terugplaatsen
- De WWAN-kaart verwijderen
- De WWAN-kaart terugplaatsen
- De WWAN-bracket verwijderen
- De WWAN-bracket terugplaatsen
- De rubberen pakking aan de rechterkant verwijderen
- De rubberen pakking aan de rechterkant vervangen
- De rubberen pakking aan de linkerkant verwijderen
- De rubberen pakking aan de linkerkant vervangen
- Het moederbord verwijderen
- Het moederbord vervangen
- De WLAN-bracket verwijderen
- De WLAN-bracket terugplaatsen
- De linker-I/O-afdekplaat verwijderen
- De linker-I/O-afdekplaat terugplaatsen
- De toegangsdeur verwijderen
- De toegangsdeur vervangen
- De loopbackkabel verwijderen
- De loopbackkabel vervangen
- Toegang en het bijwerken van BIOS
- Toegang tot BIOS-instellingen
- BIOS bijwerken
- Standaard BIOS-instellingen
- Algemeen (BIOS-niveau 1)
- Systeemconfiguratie (BIOS-niveau 1)
- Beveiliging (BIOS-niveau 1)
- Beveiligd opstarten (BIOS-niveau 1)
- Prestaties (BIOS-niveau 1)
- Energiebeheer (BIOS-niveau 1)
- POST-gedrag (BIOS-niveau 1)
- Ondersteuning van virtualisatie (BIOS-niveau 1)
- Onderhoud (BIOS-niveau 1)
- Systeemlogboeken (BIOS-niveau 1)
- Diagnostiek
- Bijlage

OPMERKING: Stel het IPv4-adres niet in op hetzelfde IP-adres als de Edge Gateway. Gebruik een IP-adres tussen
192.168.2.2 en 192.168.2.254.
5. Voer het subnetmasker 255.255.255.0 in en klik vervolgens op OK.
6. Bevestig een crossover-netwerkkabel tussen ethernetpoort twee op de Edge Gateway en de gecongureerde ethernetpoort op
de computer.
7. Start op de Windows-computer Remote Desktop Connection.
8. Sluit de Edge Gateway aan met behulp van het IP-adres 192.168.2.1. De standaardgebruikersnaam en het
standaardwachtwoord zijn beide admin.
Ubuntu Core 16
Opstarten en inloggen - Directe systeemconguratie
1. Schakel de Edge Gateway in. Het systeem stelt het besturingssysteem automatisch in en start meerdere malen opnieuw op om
alle conguraties toe te passen. Het duurt ongeveer een minuut om het systeem op te starten naar het besturingssysteem.
2. Gebruik de standaardgegevens wanneer hierom wordt gevraagd. De standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord
zijn beide admin. De standaardnaam van de computer is de servicetag.
Bijvoorbeeld;
Ubuntu Core 16 on 127.0.0.1 (tty1)
localhost login: admin
Password: admin
Opstarten en inloggen – Externe systeemconguratie
1. Sluit een netwerkkabel van de ethernetpoort op de Edge Gateway aan op een DHCP-netwerk of een router met IP-adressen.
2. Op de DHCP-server van uw netwerk gebruikt u het commando dhcp-lease-list voor het verkrijgen van het IP-adres dat is
gekoppeld aan het MAC-adres van de Edge Gateway.
3. Stel een SSH-sessie in met een SSH-terminal-emulator (bijvoorbeeld systeemeigen commando-ssh-client op Linux of PuTTY op
Windows).
OPMERKING: De SSH-service is standaard ingeschakeld op Ubuntu Core 16.
4. Voer de opdracht ssh admin@<IP address> in, gevolgd door de standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord. De
standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord zijn beide <codeph>admin</codeph>.
Bijvoorbeeld;
lo@lo-Latitude-E7470:~$ ssh admin@10.101.46.209
admin@10.101.46.209's password:
Opstarten en inloggen – Statische IP-systeemconguratie
Hierdoor kunt u uw Edge Gateway aansluiten via een hostcomputer die zich op hetzelfde subnet moet bevinden.
OPMERKING: Het statische IP-adres van de ethernetpoort twee op de Edge Gateway is ingesteld op de volgende
standaardwaarden:
• IP-adres: 192.168.2.1
• Subnetmasker: 255.255.255.0
• DHCP-server: niet van toepassing
1. Op de hostcomputer congureert u de ethernetadapter die is verbonden met de Edge Gateway met een statisch IPv4-adres
onder hetzelfde subnet. Stel het IPv4-adres in op 192.168.2.x (waarbij x staat voor het laatste cijfer van het IP-adres, bijv.
192.168.2.2).
OPMERKING: Stel het IPv4-adres niet in op hetzelfde IP-adres als de Edge Gateway. Gebruik een IP-adres tussen
192.168.2.2 en 192.168.2.254.
2. Stel het subnetmasker in op 255.255.255.0).
73