Users Guide

62 Afdrukken
8. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
9. Klik op OK.
10. Voltooi uw afdrukbewerking.
De machine drukt de gegevens af en slaat het archiefbestand op uw computer op.
Selecteer een afdrukproel (Windows
®
)
Afdrukproelen zijn vooraf ingestelde profielen waarmee u snel toegang hebt tot regelmatig gebruikte
afdrukconfiguraties.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Dell Printer E310dw en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver verschijnt.
3. Klik op het tabblad Afdrukproelen.
4. Selecteer in de lijst met afdrukprofielen het gewenste profiel.
De profielinstellingen worden getoond aan de linkerkant van het venster van de printerdriver.
5. Voer een van de volgende stappen uit:
• Als de instellingen naar wens zijn voor uw afdruktaak, klikt u op OK.
• Om de instellingen te wijzigen, gaat u terug naar het tabblad Normaal of Geavanceerd, wijzigt u de
instellingen en klikt u vervolgens op OK.
OPMERKING: Om de volgende maal dat u afdrukt het tabblad Afdrukprofielen aan de voorkant van het venster
weer te geven, vinkt u het selectievakje Tabblad Afdrukproelen altijd eerst tonen. aan.
Voeg een afdrukprofiel toe
U kunt tot 20 nieuwe afdrukprofielen met aangepaste instellingen toevoegen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Dell Printer E310dw en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver verschijnt.
3. Klik op het tabblad Normaal en het tabblad Geavanceerd en configureer de afdrukinstellingen die u voor het
nieuwe afdrukprofiel wenst.
4. Klik op het tabblad Afdrukproelen.
5. Klik op Profiel toevoegen.
Het dialoogvenster Proel toevoegen verschijnt.
6. Voer de naam van het nieuwe afdrukprofiel in het veld Naam in.
7. Klik in de lijst met pictogrammen op het pictogram dat dit profiel moet voorstellen.
8. Klik op OK.
De naam van het nieuwe afdrukprofiel wordt toegevoegd aan de lijst op het tabblad Afdrukproelen.
Wis een afdrukprofiel
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.