Users Guide

Table Of Contents
Vereisten voor Dell Command | Monitor 10.5
Voordat u Dell Command | Monitor installeert, moet u ervoor zorgen dat uw systeem aan de volgende eisen voldoet.
Onderwerpen:
Vereisten voor systemen waarop Windows wordt uitgevoerd
Vereisten voor systemen waarop Linux wordt uitgevoerd
Vereisten voor systemen waarop Windows wordt
uitgevoerd
Systemen moet compatibel zijn met een WMI-ACPI-compatibel BIOS. Als een systeem niet beschikt over een WMI-ACPI-compatibel
BIOS waarover Dell Command | Monitor wordt geïnstalleerd, moet u het BIOS bijwerken met een compatibele versie. Zie voor meer
informatie de Dell Command | Monitor releaseopmerkingen.
Het doelsysteem is een door Dell gefabriceerd systeem met System Management Basic Input Output System (SMBIOS) 2.3 of hoger.
Anders wordt het Dell Command | Monitor installatieprogramma afgesloten zonder dat de applicatie wordt geïnstalleerd.
OPMERKING:
Selecteer één van de volgende methoden om de SMBIOS-versie van het systeem weer te geven:
Ga naar Start > Uitvoeren en voer het bestand msinfo32.exe uit. Controleer de SMBIOS-versie op de pagina
Systeemoverzicht.
Voer de volgende opdrachten uit:
Get-CimInstance Win32_BIOS | select SMBIOSMajorVersion
Get-CimInstance Win32_BIOS | select SMBIOSMinorVersion
Er moet een ondersteund Windows-besturingssysteem worden uitgevoerd op het systeem. Raadpleeg voor meer informatie over
ondersteunde Windows-besturingssystemen Ondersteunde besturingssystemen.
.NET Framework 4.6.1 of nieuwer moet zijn geïnstalleerd.
U hebt administratorbevoegdheden op het clientsysteem. Dit betekent dat u op het clientsysteem geverifieerd moet zijn als een
gebruiker die lid is van de groep Administrators, in de meeste gevallen de Administrator.
Microsoft Visual C++ Redistributable voor Visual Studio 2019.
Vereisten voor systemen waarop Linux wordt
uitgevoerd
Het doelsysteem is een door Dell gefabriceerd systeem met System Management Basic Input Output System (SMBIOS) 2.3 of hoger.
OPMERKING:
Voer de volgende opdracht uit om de SMBIOS-versie weer te geven van het Ubuntu Desktop-systeem:
dmidecode -t
Het systeem wordt uitgevoerd op een ondersteund Linux-besturingssysteem. Raadpleeg voor meer informatie over ondersteunde
Linux-besturingssystemen Ondersteunde besturingssystemen.
Open Management Infrastructure (OMI) 1.1.0-4 wordt geïnstalleerd op de besturingssystemen Ubuntu Desktop 16.04 (64-bits) of Red
Hat Enterprise Linux 7.0 en hoger; en (OMI) 1.6.4-0 wordt geïnstalleerd voor Ubuntu Server/Desktop 18.04/20.04 Red Hat Enterprise
Linux 8.0.
De aan de client-kant gedeelde HAPI-bibliotheken worden geïnstalleerd met de respectieve versie.
libxml2 moet zijn geïnstalleerd.
Voor de systemen met Ubuntu Core 16 is snap-versie 2.23 of hoger geïnstalleerd.
U hebt roottoegang op het doelsysteem. Dit betekent dat u op het doelsysteem geverifieerd moet zijn als een gebruiker die lid is van
de rootgebruikersgroep.
3
Vereisten voor Dell Command | Monitor 10.5 7