Install Guide
Vereisten voor Dell Command | Monitor 10.3
Voordat u Dell Command | Monitor installeert, moet u ervoor zorgen dat uw systeem aan de volgende vereisten voldoet.
Onderwerpen:
• Vereisten voor systemen waarop Windows wordt uitgevoerd
• Vereisten voor systemen waarop Linux wordt uitgevoerd
Vereisten voor systemen waarop Windows wordt
uitgevoerd
• Systemen moet compatibel zijn met een WMI-ACPI-compatibel BIOS. Als een systeem niet beschikt over een WMI-ACPI-compatibel
BIOS waarover Dell Command | Monitor wordt geïnstalleerd, moet u het BIOS bijwerken met een compatibele versie. Zie voor meer
informatie de Dell Command | Monitor release-opmerkingen.
• Het doelsysteem is een door Dell gefabriceerd systeem met System Management Basic Input Output System (SMBIOS) 2.3 of hoger.
Anders wordt het Dell Command | Monitor-installatieprogramma afgesloten zonder dat de installatie plaatsvindt.
OPMERKING:
Selecteer één van de volgende methoden om de SMBIOS-versie van het systeem weer te geven:
• Ga naar Start > Uitvoeren en voer het bestand msinfo32.exe uit. Controleer de SMBIOS-versie op de pagina
Systeemoverzicht.
• Voer de volgende opdrachten uit:
Get-CimInstance Win32_BIOS | select SMBIOSMajorVersion
Get-CimInstance Win32_BIOS | select SMBIOSMinorVersion
• Er moet een ondersteund Windows-besturingssysteem worden uitgevoerd op het systeem. Raadpleeg voor meer informatie over
ondersteunde Windows-besturingssystemen Ondersteunde besturingssystemen.
• .NET Framework 4.6.1 of nieuwer moet zijn geïnstalleerd.
• U hebt systeembeheerdersrechten op het clientsysteem. Dit betekent dat u op het clientsysteem geverifieerd moet zijn als een
gebruiker die lid is van de groep Administrators, in de meeste gevallen de Administrator.
Vereisten voor systemen waarop Linux wordt
uitgevoerd
• Het doelsysteem is een door Dell gefabriceerd systeem met System Management Basic Input Output System (SMBIOS) 2.3 of hoger.
OPMERKING:
Voer de volgende opdracht uit om de SMBIOS-versie weer te geven van het Ubuntu Desktop-systeem:
dmidecode -t
• Het systeem wordt uitgevoerd op een ondersteund Linux-besturingssysteem. Raadpleeg voor meer informatie over ondersteunde
Linux-besturingssystemen Ondersteunde besturingssystemen.
• Open Management Infrastructure (OMI) 1.1.0-4 wordt geïnstalleerd op de besturingssystemen Ubuntu Desktop 16.04 (64-bits) of Red
Hat Enterprise Linux 7.0 en hoger; en Open Manage Infrastructure (OMI) 1.4.2-2 wordt geïnstalleerd voor Ubuntu Server/Desktop
18.04, en OMI 1.6.4-0 wordt geïnstalleerd voor RHEL-8/
• De gedeelde bibliotheken voor de clienzijde van HAPI 9.3.0 worden geïnstalleerd.
• libxml2 moet zijn geïnstalleerd.
• Voor de systemen met Ubuntu Core 16 is snap versie 2.23 of hoger geïnstalleerd.
• U hebt roottoegang op het doelsysteem. Dit betekent dat u op het doelsysteem geverifieerd moet zijn als een gebruiker die lid is van
de rootgebruikersgroep.
3
Vereisten voor Dell Command | Monitor 10.3 7