Users Guide
Problemen oplossen
Onderwerpen:
• Kan geen externe verbinding maken met Windows Management Instrumentation
• Installatiefout op Windows-systemen
• Inventarisatiewaarde BIOS-instelling weergegeven als 1
• Hapi-installatie mislukt door de afhankelijkheid van libsmbios
• CIM-bronnen niet beschikbaar
• Kan opdrachten met behulp van DCM op de systemen met Ubuntu Core 16 niet uitvoeren
Kan geen externe verbinding maken met Windows
Management Instrumentation
Als CIM-informatie (Common Information Model) voor een extern clientcomputersysteem niet beschikbaar is voor de beheertoepassing of
als een externe BIOS-update waarvoor DCOM (Distributed Component Object Model) wordt gebruikt, mislukt, worden de volgende
foutberichten weergegeven:
• Toegang geweigerd
• Win32:RPC-server is niet beschikbaar
1 Controleer of het clientsysteem is aangesloten op het netwerk. Typ het volgende in de opdrachtprompt van de server:
ping <Host Name or IP Address> en druk op <Enter>.
2 Voer de volgende stap uit als zowel de server als het clientsysteem zich in hetzelfde domein bevinden:
• Controleer of de Administrator-account van het domein voor beide systemen beheerdersrechten heeft.
Voer de volgende stap uit als zowel de server als het clientsysteem zich in een werkgroep bevinden (niet in hetzelfde domein):
• Zorg ervoor dat de laatste Windows Server-versie wordt uitgevoerd op de server.
OPMERKING
: Maak een back-up van de databestanden van uw systeem voordat u het register wijzigt. Het incorrect
bewerken van het register kan uw besturingssysteem onbruikbaar maken.
3 Bewerk de registerwijziging op het clientsysteem. Klik op Start > Uitvoeren, typ dan regedit en klik dan op OK. In het venster
Register-editor, bladert u naar Mu Computer\HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\Lsa.
4 Stel de forceguest-waarde in op 0 (standaardwaarde is 1). Als u deze waarde niet wijzigt, heeft de gebruiker die op afstand verbinding
maakt met het systeem alleen gastrechten, zelfs als de opgegeven aanmeldingsgegevens beheerdersrechten geven.
a Maak een account op het clientsysteem met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord, als een Administrator-account
op het systeem waarop de beheertoepassing WMI wordt uitgevoerd.
b Als u IT Assistant gebruikt, voert u het IT Assistant CongServices-hulpprogramma (congservices.exe uit in de map/bin onder
de IT Assistant-installatiemap). Congureer IT Assistant om te worden uitgevoerd onder een lokale beheerdersaccount, die nu
ook een beheerder van de client op afstand is. Controleer ook of DCOM en CIM zijn ingeschakeld.
c Als u IT Assistant gebruikt, gebruik dan de beheerdersaccount om de subnet-opsporing voor het clientsysteem te congureren.
Voer de gebruikersnaam in als <client machinenaam>\<accountnaam>. Als het systeem reeds is gedetecteerd, verwijder dan
het systeem uit de lijst met gedetecteerde systemen, congureer de subnet-opsporing ervan en detecteer het dan opnieuw.
OPMERKING
: Dell raadt het gebruik van Dell OpenManage Essentials aan als vervanging voor IT Assistant. Zie dell.com/
dellclientcommandsuitemanuals voor meer informatie over Dell OpenManage Essentials.
OPMERKING: Gebruik Dell OpenManage Essentials als vervanging voor IT Assistant.
10
32 Problemen oplossen