Users Guide
Table Of Contents
- Dell Command | Integration Suite for System Center Versie 5.5 Gebruikershandleiding
- Inhoudsopgave
- Inleiding
- Dell Command | Integration Suite for Microsoft System Center installeren, verwijderen en upgraden
- Vereisten voor het installeren van Dell Command | Integration Suite for System Center
- Een netwerktoegangsaccount configureren
- Dell Command | Integration Suite for System Center installeren
- Programma-opties wijzigen of herstellen in het installatieprogramma
- Dell Command | Integration Suite for System Center upgraden
- Dell Command | Integration Suite for System Center verwijderen
- Dell Command | Integration Suite for System Center gebruiken
- Distributiepunten beheren en bijwerken
- Een Dell WinPE-opstartimage maken
- Een Dell clientdriverpakket maken
- Dell Command | Configure SCE-pakketten importeren
- Dell Command | Monitor importeren
- Een taakreeks maken
- Taakreeksacties configureren
- Applicaties maken met behulp van Dell Command | Softwaregalerie
- De Dell Command | Intel vPro Out of Band-applicatie
- Softwarevereisten
- WinRM configureren op clientsystemen
- De Dell Command | Intel vPro Out of Band applicatie starten
- Account instellen
- Clientdetectie
- Instellingen
- Externe provisioning
- Vereisten voor externe provisioning
- Externe Provisioning-licentieverlening
- Externe Provisioning-certificaat instellen
- De functie Externe provisioning configureren
- Intel Setup and Configuration Software upgraden nadat externe provisioning is ingeschakeld
- Intel vPro clientsystemen voorbereiden voor externe provisioning
- Provisioning van externe clientsystemen
- Provisioning met USB
- Indicaties
- Clientconfiguratie
- Bewerkingen
- Rapporten genereren
- Takenwachtrij
- Probleemoplossing
- Logboeken instellen op foutopsporingsmodus
- Fout tijdens het verwijderen van Dell Command | Integration Suite for System Center
- Authenticode-handtekening
- KVM via draadloze verbinding
- Hardware-inventarisrapportage: Geheugensnelheid wordt gerapporteerd als nul
- Maximale lengte van wachtwoord wijzigen
- KVM-energiebeheer om besturingssysteem op te starten in S3
- Taakreeksactie Besturingssysteem toepassen heeft een rood uitroepteken
- Verwante informatie
Het tabblad Taak inplannen wordt weergegeven.
7. U kunt kiezen of de wijzigingen meteen of later wilt laten uitvoeren.
Afhankelijk van uw schema, selecteert u een van de volgende opties:
● Nu uitvoeren - de veranderingen in de Energieprofielen worden onmiddellijk toegepast.
● Uitvoeren om - de wijzigingen in de Energieprofielen worden geplaatst in de Takenwachtrij.
OPMERKING: U kunt de Takenwachtrij starten om de lijst met afgeronde en wachtende taken in te zien.
OPMERKING: Als uw clientsystemen niet zijn verbonden met het netwerk, voert u de taak opnieuw uit nadat het clientsysteem
weer online komt.
8. Geef een naam aan de taak die u uitvoert en klik opVolgende.
Het tabblad Overzicht wordt weergegeven.
9. Klik op Voltooien.
Het venster Takenwachtrij wordt geopend en afhankelijk van hoe u de taak gepland heeft, wordt deze onmiddellijk uitgevoerd of in de
wachtrij geplaatst.
De opstartvolgorde configureren
Wijzig of configureer de opstartvolgorde van de doel-clientsystemen. Op clientsystemen met oudere opstartapparaten kunt u met de
functie Opstartvolgorde permanente of eenmalige wijzigingen maken in de opstartvolgorde.
OPMERKING: Deze Opstartvolgorde-functie wordt niet ondersteund in de UEFI-opstartmodus.
1. Start de Dell Command | Intel vPro Out of Band applicatie.
2. Klik op Clientconfiguratie > Opstartvolgorde.
3. De tabel bevat alle mogelijke opstartapparaten. Wijzig de opstartvolgorde door:
● De opstartapparaten omhoog of omlaag te verplaatsen door op de pijlen Omhoog of Omlaag te klikken aan de onderkant van de
tabel.
● Opstartapparaten uit te schakelen door het selectievakje naast het opstartapparaat aan of uit te vinken.
4. Kies een van de volgende configuratie-opties:
● Eenmalige opstartconfiguratie - Als u wilt dat de opstartvolgorde wordt gewijzigd voor slechts één opstartcyclus.
OPMERKING: De opstartvolgorde wordt permanent gewijzigd als u deze optie niet selecteert.
● Ga verder bij fout - Als u wilt dat de taakuitvoering doorgaat naar verdere clientsystemen wanneer een fout optreedt, selecteert
u de optie Doorgaan bij fout. Anders stopt de taakuitvoering bij het eerste clientsysteem waarbij een fout is opgetreden.
● Herstart client na toepassen van wijzigingen- Als u de clientsystemen opnieuw wilt opstarten na het aanbrengen van
wijzigingen.
5. Klik op Volgende.
Het tabblad Clientselectie wordt geopend.
6. Zoek naar clientsystemen waarop u opstartvolgorde-wijziging wilt toepassen.
7.
In de lijst Beschikbare clients selecteert u de clientsystemen die u wilt beheren en klikt u op de knop
om de geselecteerde
systemen naar de lijst Geselecteerde clients te verplaatsen. Of klik op de knop om alle gedetecteerde Dell clients naar deze lijst te
verplaatsen.
8. Klik op Volgende.
Het tabblad Taak inplannen wordt weergegeven.
9. U kunt kiezen of de wijzigingen meteen of later wilt laten uitvoeren.
Afhankelijk van uw schema, selecteert u een van de volgende opties:
● Nu uitvoeren - de wijzigingen aan de opstartvolgorde worden onmiddellijk toegepast en de status Actief wordt weergegeven in
de Takenwachtrij.
● Uitvoeren om - de wijzigingen aan de opstartvolgorde worden in de wacht gezet in de Takenwachtrij.
OPMERKING: U kunt de Takenwachtrij starten om de lijst met afgeronde en wachtende taken in te zien.
OPMERKING: Als de clientsystemen niet zijn verbonden met het netwerk, voert u de taak opnieuw uit.
10. Geef een naam aan de taak die u uitvoert en klik op Volgende.
Het tabblad Overzicht wordt weergegeven.
11. Klik op Voltooien.
32
De Dell Command | Intel vPro Out of Band-applicatie