Users Guide

Table Of Contents
8. Geef een naam aan de taak die u uitvoert en klik opVolgende.
Het tabblad Overzicht wordt weergegeven.
9. Klik op Voltooien.
Het venster Takenwachtrij wordt geopend en afhankelijk van hoe u de taak gepland heeft, wordt deze onmiddellijk uitgevoerd of in de
wachtrij geplaatst.
De opstartvolgorde configureren
Wijzig of configureer de opstartvolgorde van de doel-clientsystemen. Op clientsystemen met oudere opstartapparaten kunt u met de
functie Opstartvolgorde permanente of eenmalige wijzigingen maken in de opstartvolgorde.
OPMERKING: Deze Opstartvolgorde-functie wordt niet ondersteund in de UEFI-opstartmodus.
1. Start de Dell Command | Intel vPro Out of Band applicatie.
2. Klik op Clientconfiguratie > Opstartvolgorde.
3. De tabel bevat alle mogelijke opstartapparaten. Wijzig de opstartvolgorde door:
De opstartapparaten omhoog of omlaag te verplaatsen door op de pijlen Omhoog of Omlaag te klikken aan de onderkant van de
tabel.
Opstartapparaten uit te schakelen door het selectievakje naast het opstartapparaat aan of uit te vinken.
4. Kies een van de volgende configuratie-opties:
Eenmalige opstartconfiguratie - Als u wilt dat de opstartvolgorde wordt gewijzigd voor slechts één opstartcyclus.
OPMERKING: De opstartvolgorde wordt permanent gewijzigd als u deze optie niet selecteert.
Ga verder bij fout - Als u wilt dat de taakuitvoering doorgaat naar verdere clientsystemen wanneer een fout optreedt, selecteert
u de optie Doorgaan bij fout. Anders stopt de taakuitvoering bij het eerste clientsysteem waarbij een fout is opgetreden.
Herstart client na toepassing wijzigingen- Als u de clientsystemen opnieuw wilt opstarten na het aanbrengen van wijzigingen.
5. Klik op Volgende.
Het tabblad Clientselectie wordt geopend.
6. Zoek naar clientsystemen waarop u opstartvolgorde-wijziging wilt toepassen.
7.
In de lijst Beschikbare clients selecteert u de clientsystemen die u wilt beheren en u klikt op de knop
om de geselecteerde
systemen te verplaatsen; of u drukt op de knop om alle gedetecteerde Dell clients naar de lijst Geselecteerde clients te
verplaatsen.
8. Klik op Volgende.
Het tabblad Taak inplannen wordt weergegeven.
9. U kunt kiezen of de wijzigingen meteen of later wilt laten uitvoeren.
Afhankelijk van uw schema, selecteert u een van de volgende opties:
Nu uitvoeren - de wijzigingen aan de opstartvolgorde worden onmiddellijk toegepast en de status Actief wordt weergegeven in
de Takenwachtrij.
Uitvoeren om - de wijzigingen aan de opstartvolgorde worden in de wacht gezet in de Takenwachtrij.
OPMERKING: U kunt de Takenwachtrij starten om de lijst met afgeronde en wachtende taken in te zien.
OPMERKING: Als de clientsystemen niet zijn verbonden met het netwerk, voert u de taak opnieuw uit.
10. Geef een naam aan de taak die u uitvoert en klik op Volgende.
Het tabblad Overzicht wordt weergegeven.
11. Klik op Voltooien.
Het venster Takenwachtrij wordt geopend en afhankelijk van hoe u de taak gepland heeft, wordt deze onmiddellijk uitgevoerd of in de
wachtrij geplaatst.
BIOS-instellingen configureren
Met deze functie kunt u op afstand BIOS-instellingen op één of meerdere clientsystemen configureren, wijzigen en resetten.
OPMERKING: De ondersteunde BIOS-configuratie-opties variëren per clientsysteem.
1. Start de Intel vPro OOB Management-extensies.
2. Klik op Clientconfiguratie > BIOS-instellingen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de BIOS-instellingen voor uw clientsystemen en schakel het selectievakje in onder Toepassen.
32
De Dell Command | Intel vPro Out of Band-applicatie