Users Guide

4. Klik op OK om de configuratie op te slaan, of klik op SLUITEN om de wijzigingen te wissen en het venster Opstartvolgorde te
sluiten.
5. U past de wijzigingen toe door de configuratie in .ini- of .exe-indeling te exporteren. Zie De BIOS-configuratie exporteren.
Gerelateerde links:
Een nieuw apparaat aan de opstartvolgorde toevoegen
Type opstartvolgorde
Het venster Opstartvolgorde
De volgende tabel bevat de opties die beschikbaar zijn in het venster Dell Command | Configure - Boot Order.
Tabel 3. Opties in het venster opstartvolgorde
Opzioni Beschrijving
Actieve opstartlijst U kunt de Actieve opstartlijst voor UEFI of Legacy configureren of wijzigen op basis van wat nodig is. Als de
actieve opstartlijst AAN is, start vervolgens het systeem op met UEFI of Legacy, afhankelijk van het type
opstartvolgorde.
OPMERKING: In Lokaal systeempakket kunt u Actieve opstartlijst niet wijzigen als het systeem
alleen UEFI ondersteunt.
Apparaattype Geeft het type apparaat weer.
Apparaatinstantie Geeft een uniek nummer weer dat het apparaat op het systeem identificeert.
Korte vorm Toont de korte notatie van de apparaatnaam. Als het systeem veel apparaten van hetzelfde apparaattype telt,
wordt de korte vorm van het apparaat weergegeven met de notatie .<aantal>. Als het systeem bijvoorbeeld over
een interne vaste schijf, eSATA HDD en eSATA HDD Dock beschikt, zijn de korte notaties respectievelijk hdd.1,
hdd.2 en hdd.3.
Beschrijving Geeft een korte beschrijving weer voor het apparaat.
Status Geeft weer of het apparaat is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Verwijderen
Hiermee verwijdert u het apparaat uit de opstartvolgorde. Klik op X om een apparaat te verwijderen.
OPMERKING: U kunt deze optie zien als het venster Opstartvolgorde in de modus Bewerken staat.
Een nieuw apparaat aan de opstartvolgorde toevoegen
U kunt als volgt een nieuw apparaat aan de opstartvolgorde toevoegen:
1. Klik op Apparaat toevoegen in het venster Opstartvolgorde.
2. Selecteer het apparaat in de vervolgkeuzelijst Apparaattype.
De velden Korte vorm, Beschrijving en Status worden automatisch ingevuld. Standaard staat het veld Status van het apparaat op
Aan.
3. Selecteer een instance voor het apparaat in de vervolgkeuzelijst Apparaatinstantie.
4. Klik op OK.
OPMERKING:
Als u bij Type opstartvolgorde voor UEFI of Legacy dezelfde waarden selecteert voor Apparaattype en
Apparaatexemplaar, wordt de volgende waarschuwing weergegeven: "Verwijder de dubbele vermelding uit de
invoerlijst".
Type opstartvolgorde
Bij het type opstartvolgorde wordt het type van de geladen configuratie weergegeven. De twee typen opstartvolgorde zijn Legacy en
UEFI. Als het hostsysteembestand wordt geladen, wordt vervolgens het huidige actieve type opstartvolgorde weergegeven. Als een
opgeslagen bestand wordt geladen, wordt vervolgens het type opstartvolgorde dat in het bestand is opgeslagen weergegeven.
De gebruikelijke scenario's voor het type opstartvolgorde:
Als het type opstartvolgorde niet is opgegeven in het bestand en als er UEFI-apparaten in het systeem aanwezig zijn, geeft het
systeem het type opstartvolgorde weer als UEFI.
De grafische gebruikersinterface gebruiken voor Dell Command | Configure 4.3
13