Users Guide
De optie keyboardbacklightcolor configureren
U kunt de kleur van de toetsenbordverlichting configureren voor de Dell Latitude robuuste Extreme-systemen met de optie
keyboardbacklightcolor in de categorie Systeemconfiguratie. U kunt ondersteunde kleuren inschakelen, de actieve kleur instellen
en customcolor1 en customcolor2 configureren.
Ga als volgt te werk om de kleur van de toetsenbordverlichting te configureren:
1. Klik op de gewenste optie:
• Multiplatformpakket maken
• Pakket voor lokaal systeem maken
• Een opgeslagen pakket openen
OPMERKING: Als u een opgeslagen pakket wilt openen, klikt u op Een opgeslagen pakket openen, bladert u naar de
bestandslocatie en klikt u op Openen.
2. Klik op Bewerken of dubbelklik op de optie.
3. Klik in de optierij keyboardbacklightcolor op Weergeven/Wijzigen in de kolom In te stellen waarde.
Het venster Kleur toetsenbordverlichtingwordt weergegeven.
4. Selecteer de kleuren die u wilt inschakelen voor de toetsenbordverlichting in de lijst Inschakelen.
OPMERKING:
• U kunt meerdere kleuren tegelijk selecteren en inschakelen.
• Als u Geen selecteert, wordt er geen enkele kleur ingeschakeld. U kunt geen andere kleuren selecteren als u de optie
Geenhebt geselecteerd.
5. Selecteer de kleur die u wilt instellen als een actieve kleur voor de toetsenbordverlichting in de lijst Actief.
OPMERKING: U kunt maar één actieve kleur tegelijkertijd selecteren voor de toetsenbordverlichting.
6. Configureer de waarden voor Rood, Groen en Blauw (RGB) als u CustomColor1 of CustomColor2 hebt geselecteerd.
U stelt als volgt de RGB-waarden in voor customcolor1 of customcolor2:
a. Klik op WIJZIGEN.
b. Kies de kleur in het kleurencanvas.
c. Klik op Selecteren.
7. Klik op OK.
8. U past de wijzigingen toe door de configuratie in .ini- of .exe-indeling te exporteren. Zie De BIOS-configuratie exporteren.
Geavanceerd systeembeheer
Geavanceerde systeembeheer is een functie die wordt ondersteund op Dell Precision R7610, T5810, T7810, T7910 en latere
werkstations. De functie geeft informatie weer over voltage-, temperatuur-, stroomsterkte-, koelapparaat- en voedingssensoren. De
functie stelt u er ook toe in staat de niet-kritieke bovengrenswaarden in te stellen voor voltage-, stroomsterkte-, koelings- en
temperatuursensoren.
De niet-kritieke drempelwaarden instellen
OPMERKING: U kunt alleen de kritieke en niet-kritieke bovengrenzen instellen voor voltage-, stroomsterkte-, koelings-
en temperatuursensoren.
U stelt als volgt de niet-kritieke drempelwaarden in voor de sensoren:
1. Klik op de gewenste optie:
• Multiplatformpakket maken
• Pakket voor lokaal systeem maken
16