Users Guide

5. U past de wijzigingen toe door de configuratie in .ini- of .exe-indeling te exporteren. Zie De BIOS-configuratie exporteren.
Gerelateerde links:
Een nieuw apparaat aan de opstartvolgorde toevoegen
Type opstartvolgorde
Het venster Opstartvolgorde
De volgende tabel bevat de opties die beschikbaar zijn in het venster Dell Command | Configure - Opstartvolgorde.
Tabel 3. Opties in het venster opstartvolgorde
Opties Beschrijving
Apparaattype Geeft het type apparaat weer.
Apparaatinstantie Geeft een uniek nummer weer dat het apparaat op het systeem identificeert.
Korte vorm Geeft de korte vorm van de apparaatnaam weer. Als het systeem een groot aantal apparaten van hetzelfde
type bevat, dan wordt de korte vorm van het apparaat weergegeven met een .<nummer>-notatie.
Bijvoorbeeld, als het systeem een interne harde schijf, een eSATA-HDD en een eSATA-Dock HDD bevat, dan
worden de korte vormen weergegeven als respectievelijk hdd.1, hdd.2 en hdd.3.
Beschrijving Geeft een korte beschrijving weer voor het apparaat.
Status Geeft weer of het apparaat is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Verwijderen
Verwijdert het apparaat uit de opstartvolgorde. Klik op X om een apparaat te verwijderen.
OPMERKING: U kunt deze optie zien als het venster Opstartvolgorde in de modus Bewerken staat.
Een nieuw apparaat aan de opstartvolgorde toevoegen
U kunt als volgt een nieuw apparaat aan de opstartvolgorde toevoegen:
1. Klik op Apparaat toevoegen in het venster Opstartvolgorde.
2. Selecteer het apparaat in de vervolgkeuzelijst Apparaattype.
De velden Korte vorm, Beschrijving en Status worden automatisch ingevuld. De Status van het apparaat staat standaard op
Aan.
3. Selecteer een instance voor het apparaat in de vervolgkeuzelijst Apparaatinstantie.
4. Klik op OK.
Type opstartvolgorde
Het type opstartvolgorde geeft het type weer van de geladen configuratie. De twee typen opstartvolgorde zijn Legacy en UEFI. Als
het hostsysteembestand is geladen, geeft dit het momenteel actieve type opstartvolgorde weer. Als een opgeslagen bestand is
geladen, geeft dit het type opstartvolgorde weer dat in het bestand is opgeslagen.
De gebruikelijke scenario's voor het type opstartvolgorde:
Als het type opstartvolgorde niet is opgegeven in het bestand en als er UEFI-apparaten in het systeem aanwezig zijn, geeft het
systeem het type opstartvolgorde weer als UEFI.
Als het type opstartvolgorde niet is opgegeven in het bestand en als er legacy-apparaten in het systeem aanwezig zijn (anders
dan de hdd), geeft het systeem het type opstartvolgorde weer als Legacy.
Als het type opstartvolgorde niet is opgegeven en het geladen configuratiebestand alleen hdd-items bevat, dan vraagt het
systeem de gebruiker een type opstartvolgorde te selecteren.
Als het type opstartvolgorde niet is gespecificeerd voor een legacysysteem en als zowel UEFI- als legacy-apparaten aanwezig
zijn, geeft het systeem een waarschuwingsbericht weer en verwijdert het de legacy- of UEFI-apparaten, al naar gelang de
volgorde waarin het apparaat voorkomt.
13