Service Manual

14. Koppel de G-sensorkabel los van de connector op de systeemkaart.
15.Verwijder de twee schroeven (M2x4.5) waarmee de ventilator en koelplaateenheid voor de aan-uitknop op de
palmsteuneenheid zijn bevestigd.
16.Verwijder de drie schroeven (M2x3) waarmee de ventilator en koelplaateenheid voor de aan-uitknop op de palmsteuneenheid
zijn bevestigd.
17. Verwijder de vijf schroeven (M2x3) waarmee de systeemkaart aan de palmsteuneenheid is bevestigd.
18.Verwijder de twee schroeven (M2x3) waarmee de linker-I/O-kaart aan de palmsteuneenheid is bevestigd.
19.Til de systeemkaarteenheid weg van de palmsteuneenheid en draai de systeemkaarteenheid om.
OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt verwijderd, wordt deze verwijderd als een eenheid die bestaat uit de
volgende onderdelen:
● systeemkaart
● linker-I/O-kaart
● ventilator en koelplaateenheid
OPMERKING: Houd de linker- en rechterkant van de ventilator en de koelplaateenheid goed vast wanneer u de
systeemkaart optilt.
WAARSCHUWING: Om schade aan uw computer te voorkomen, moet u de systeemkaart niet bij de linker-I/O-kaart
vasthouden wanneer u deze optilt.
20.Verwijder de linker-I/O-kaart.
21. Verwijder de ventilator en de koelplaateenheid.
De systeemkaart installeren
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens het installatieproces uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding(en) geeft/geven de locatie van de systeemkaart aan en biedt/bieden een visuele weergave van de
installatieprocedure.
49